Hoofdstuk 4
4.1
Voorbereidende handelingen
4.1.1
De bodem is geschikt als de hoogwerker niet kan wegglijden als het voor de werkzaamheden is
neergezet.
Twee factoren verhogen het gevaar op wegglijden:
a) Hellingsgraad
b) Slechte adhesie (of gladheid) wegens een laag wrijvingscoëfficiënt
De twee genoemde factoren dienen nauwgezet te worden beoordeeld. Houd daarbij ook
rekening met de onderlinge uitwerking van deze factoren. Er bestaat geen acceptabele "factor"
die het wegglijden van de hoogwerker kan uitsluitend als de andere factor extreem nadelig is.
Een bijna vlakke ondergrond kan niet geschikt zijn als het bevroren is. Een sterk hellend
oppervlak kan echter ook niet geschikt zijn wegens een te grote hellingsgraad.
De ideale situatie voor de stabiliteit van de hoogwerker bestaat uit een horizontale en vlakke
ondergrond. Dit is echter zelden het geval.
• Voorkom gladde, glibberige en/of met zand bevuilde oppervlakken: tijdens de nivellering
kan het gevaar voor uitglijden of kantelen bestaan.
Opmerking: Gebruik de hoogwerker niet als u twijfelt of de ondergrond geschikt is.
Handleiding voor gebruik en onderhoud BIBI 850-HE
Gebruiksaanwijzingen
Bodemgeschiktheid voor de toelaatbare inclinatie
Rev.00
52