Slimme bediening
4. Druk op
voor Kalibreren. Stel de AFSTAND
in op 7,6 m (25 ft) of langer. Langere afstanden
leveren een grotere nauwkeurigheid op, afhankelijk
van de omstandigheden.
\
5. Lijn een deel van de eenheid uit met 30 cm (1 ft)
op het meetlint.
1
2
FT
FT
6. Druk op de pistooltrekkerregelaar om het kalibreren
te starten.
7. Beweeg het belijningsapparaat vooruit. Houd de
eenheid uitgelijnd met het meetlint.
26
3
4
5
FT
FT
FT
ti27831a
ti18564c
ti18717a
8. Stop wanneer het gekozen deel van de eenheid
is uitgelijnd met 8 meter (26 ft) of de ingevoerde
afstand op het meetlinkt (afstand van 7,6 m / 25 ft).
25
26
FT
FT
9. Trek aan de pistooltrekkerregelaar om het
kalibreren te voltooien.
•
De kalibratie is niet voltooid wanneer het
uitroepteken
6
F
•
De kalibratie is voltooid wanneer het vinkteken
wordt weergegeven.
10. Het kalibreren is nu voltooid.
Ga naar de modus METEN en controleer de
nauwkeurigheid door het lint te meten (zie Modus
Meten, pagina 28).
27
28
29
FT
FT
FT
ti18564c
wordt weergegeven.
3A3752D Bediening
30
31
FT
F
ti27832a