ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4
4.7 Aansluitschema's van ingangen en uitgangen
4.7.1 Belangrijke opmerkingen
INFORMATIE!
Afhankelijk van de versie moeten de ingangen/uitgangen passief of actief worden aangesloten,
of volgens NAMUR EN 60947-5-6! Welke I/O-versie en ingangen/uitgangen geïnstalleerd zijn in
uw signaalomvormer staat vermeld op de sticker op het deksel in de aansluitruimte.
• Alle groepen zijn elektrisch gescheiden van elkaar en van alle andere ingangs- en
uitgangscircuits.
• Passieve bedrijfsmodus: er is een externe stroomvoorziening nodig om de volgende
toestellen (U
• Actieve bedrijfsmodus: de signaalomvormer levert de stroomvoorziening voor de werking
(activering) van de volgende toestellen, neem de maximale bedrijfsgegevens in acht.
• Klemmen die niet gebruik worden, mogen geen geleidende verbinding hebben met andere
elektrisch geleidende onderdelen.
GEVAAR!
Voor toestellen die in gevaarlijke gebieden worden gebruikt gelden aanvullende
veiligheidsvoorschriften; zie de Ex-documentatie.
I
I
a
p
P
P
a
p
P
N
S
S
a
p
S
N
C
C
a
p
C
N
IIn
IIn
a
p
Tabel 4-2: Beschrijving van gebruikte afkortingen
38
) te gebruiken (activeren).
ext
Stroomuitgang, actief of passief
Puls-/frequentieuitgang actief of passief
Puls-/frequentieuitgang passief volgens NAMUR EN 60947-5-6
Statusuitgang/limietschakelaar actief of passief
Statusuitgang/limietschakelaar passief volgens NAMUR EN 60947-5-6
Stuuringang actief of passief
Stuuringang actief volgens NAMUR EN 60947-5-6.
Signaalomvormer signaleert kabelbreuken en kortsluitingen volgens EN 60947-5-6.
Fouten worden aangegeven op het LC-display. Foutberichten mogelijk via statusuitgang.
Stroomingang, actief of passief
www.krohne.com
OPTISONIC 8300
02/2020 - 4003604702 - MA OPTISONIC 8300 nl R03