4
Druk op
>
U hoort de kiestoon. Het controlelampje naast
brandt.
5
Leg de hoorn neer.
>
Uw toestel is nu doorgeschakeld.
Doorschakeling controleren (1)
1
Neem de hoorn op.
>
U hoort een onderbroken kiestoon. Dit betekent alleen dat uw
telefoon is doorgeschakeld. Als u ook wilt controleren of uw
telefoon naar het goede telefoonnummer is doorgeschakeld, bel
dan uw eigen telefoonnummer. U krijgt verbinding met het
telefoonnummer waarnaar u hebt doorgeschakeld.
Doorschakeling controleren (2)
1
Neem de hoorn op.
>
U hoort een onderbroken kiestoon.
Toets code ?/21? in.
2
3
Toets het telefoonnummer waarnaar u uw gesprekken hebt
doorgeschakeld.
Druk op /.
4
>
Er zijn 2 mogelijkheden:
- Als u de kiestoon hoort, is dit het telefoonnummer waarnaar
uw gesprekken worden doorgeschakeld.
- Als u de bezettoon hoort, is dit niet het telefoonnummer
waarnaar uw gesprekken worden doorgeschakeld.
5
Leg de hoorn neer.
Let op!
De toets
doorschakeling (*21). Maakt u gebruik van doorschakelen bij geen
gehoor (*61*), dan moet u deze code handmatig intoetsen. Toets
vervolgens het gewenste telefoonnummer in en sluit af met #.
In dit geval brandt het controlelampje naast
4.2
Doorschakelen uitschakelen
1
Neem de hoorn op.
2
Druk op
>
De code #21# wordt gebeld.
22
.
Doorschakelen
geldt alleen bij gebruik van de directe
Doorschakelen
.
Doorschakelen
Doorschakelen
niet!
Doorschakelen