5.
Buitendienststelling en ontmanteling van het apparaat
HET IS VERPLICHT DE MATERIALEN TE VERWIJDEREN VOLGENS DE WETTELIJKE PRO-
CEDURE DIE VAN KRACHT IS IN HET LAND WAAR HET APPARAAT WORDT ONTMANTELD.
KRACHTENS de Richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG en 2003/108/EG, met betrekking tot de vermindering van het
gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrisch en elektronische apparaten, evenals de verwijdering van afvalstoffen. Het
symbool van de doorkruiste vuilnisbak dat op het apparaat of op de verpakking staat vermeld, geeft aan dat het product
op het einde van zijn nuttige leven afzonderlijk van de andere afvalstoffen moet worden ingezameld.
De gescheiden inzameling van dit apparaat op het einde van zijn leven wordt door de fabrikant georganiseerd en
beheerd. De gebruiker die zich van dit apparaat wil ontdoen, moet daarom de fabrikant contacteren en het systeem
volgen die deze heeft opgezet om een gescheiden inzameling van het apparaat op het einde van zijn leven mogelijk
te maken. Een geschikte gescheiden inzameling om het afgedankte apparaat klaar te maken voor recyclage, verwer-
king en verwijdering uit het milieu draagt ertoe bij om eventuele negatieve effecten op het milieu en de gezondheid te
vermijden, en bevordert het herbruik en/of de recyclage van de materialen waaruit het apparaat bestaat. Een foutieve
verwijdering van het product door de eigenaar leidt tot de toepassing van administratieve sancties voorzien door de
normen die van kracht zijn.
De buitendienststelling en de ontmanteling van het apparaat moet door gespecialiseerd perso-
neel worden uitgevoerd.
Verwijdering van afvalstoffen
Tijdens de fase van gebruik en onderhoud moet men vermijden om vervuilende producten (olie,
vet, enz.) in het milieu te verspreiden en moet men een gescheiden verwijdering voorzien in
functie van de samenstelling van de verschillende materialen en in naleving van de geldende
wetten in deze materie.
Foutieve verwijdering van afvalstoffen wordt bestraft met sancties die vastgelegd zijn door de wetten die van kracht
zijn op het grondgebied waar de inbreuk wordt vastgesteld.
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN DE FABRIK ANT. IEDERE REPRODUCTIE, ZELFS GEDEELTELIJK, IS VERBODEN.
VERWIJDERING
- 20 -
20