Bediening
De projector opstarten
1.
Sluit de voedingskabel aan op de projector en een
stopcontact. Schakel de schakelaar van het
stopcontact in (waar aangesloten) Controleer of
het Aan/uit-indicatorlichtje op de projector
oranje brandt zodra de stroom is ingeschakeld.
•
Gebruik de originele accessoires (bijv.
voedingskabel) alleen met het apparaat om
mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en brand
te voorkomen.
•
Als de functie Onmiddellijk inschakelen wordt geactiveerd in SYSTEEMINSTLL: Basis >
menu Werkinstellingen, de projector wordt automatisch ingeschakeld nadat de
voedingskabel is aangesloten en de stroom wordt geleverd. Zie
pagina 51
2.
Verwijder de lensdop. Als deze gesloten blijft,
wordt de dop mogelijk vervormd door de hitte
van de lamp.
3.
Druk op
afstandsbediening om de projector te starten.
Het Aan/uit-indicatorlichtje knippert en blijft
groen branden terwijl de projector is
ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In
de latere fase van het opstarten wordt het
opstartlogo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden
draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
4.
Als de projector voor de eerste keer wordt
ingeschakeld, selecteert u de OSD-taal volgens
de instructies op het scherm.
5.
Als u om een wachtwoord wordt gevraagd,
drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord
van zes cijfers in te voeren. Zie
wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina
28
voor details.
6.
Schakel alle aangesloten apparatuur in.
7.
De projector gaat zoeken naar ingangssignalen.
Het momenteel gescande ingangssignaal
verschijnt op het scherm. Als de projector geen
24
Bediening
voor details.
I
Voeding op de projector of
I
"De
"Direct inschakelen" op