7.5.
Back-upverwarming verwarmen van ruimten?
Stel hier in of het systeem een back-upverwarming heeft of niet en
het aantal stappen (1 of 2):
Geen back-upverwarming
1x Back-upverwarming
2x Back-upverwarming
Als het systeem een back-upverwarming heeft, selecteer 'Methode'
en stel de methode voor de back-upverwarming in.
Er kunnen 3 methoden voor de back-upverwarming worden
ingesteld:
Methode 1: Buitentemp.
De back-upverwarming mag werken, afhankelijk van de
buitentemperatuur.
-
Back-upverwarming toegelaten: Onder dit
temperatuurinstelpunt mag de back-upverwarming werken,
maar heeft zij de laagste prioriteit.
Boven deze temperatuur zullen alleen warmtepompunits
werken (zelfs als de gewenste temperatuur van het
vertrekwater niet kan worden bereikt, tenzij een warmtepomp
in alarm is, dan zal ook de back-upverwarming werken).
-
Alleen back-upverwarming: Onder dit instelpunt voor de
buitentemperatuur worden alle warmtepompunits gestopt
voor verwarmen van ruimten en werkt alleen de back-
upverwarming voor verwarmen van ruimten.
1
A
2
A
B
3
1 Bij stijgende buitentemperatuur
2 Bij dalende buitentemperatuur
3 Temperatuurinstelpunt alleen back-upverwarming
4 Temperatuurinstelpunt back-upverwarming toegelaten
5 Buitentemperatuur
A Zone alleen back-upverwarming
B Back-upverwarming toegelaten
C Geen back-upverwarming toegelaten
Methode 2: Buitentemp. + ext. contacten
Voer de volgende instellingen in:
-
Met open contact
Back-upverwarming toegelaten: Stel de buitentemperatuur in
voor 'Back-upverwarming toegelaten' met OPEN contact.
Alleen back-upverwarming: Stel de buitentemperatuur in
voor 'Alleen back-upverwarming' met OPEN contact.
-
Met gesloten contact
Back-upverwarming toegelaten: Stel de buitentemperatuur in
voor 'Back-upverwarming toegelaten' met GESLOTEN
contact.
Alleen back-upverwarming: Stel de buitentemperatuur in
voor 'Alleen back-upverwarming' met GESLOTEN contact.
Methode 3: Buitentemp. + tijd
-
Tijdzone 1
Stel de buitentemperatuur in voor 'Back-upverwarming
toegelaten' en 'Alleen back-upverwarming' vanaf Tijdzone 1.
-
Tijdzone 2
Stel de buitentemperatuur in voor 'Back-upverwarming
toegelaten' en 'Alleen back-upverwarming' vanaf Tijdzone 2.
-
Tijdzones selecteren
Selecteer voor elke dag van de week de tijd en zone
(Tijdzone 1=Z1/Tijdzone 2=Z2)
INFORMATIE
Algemene
opmerking
Instellingen met tijd *:* worden genegeerd.
EKCC9-W
Centrale regeling voor hydroboxes
4P757164-1 – 2023.11
B
C
C
1°C
4
5
over
planninginstellingen:
Vertraging back-upverwarming op klep:
Voer de vertraging in seconden in van het "AAN"-contact van de
back-upverwarming ten opzichte van het "AAN"-contact van de
back-upverwarmingsklep. (Dit kan nodig zijn als de klep tijd
nodig heeft om te openen voordat de back-upverwarming mag
starten).
Back-upverwarming ontladen vertraging:
Bepaalt de tijd die moet verstrijken voordat een andere
ontlaadactie
kan
plaatsvinden
verwarmingsstap 1 of 2.
7.6.
Systeemlay-out?
Aan-/uitmethode
Stel de AAN/UIT-methode van het systeem in:
OP DEZE REGELING (automatisch)
Zie menu 'Gebruikersinstellingen' > Kamerstand instellen
DOOR EXTERNE CONTACTEN
Aantal zones
Voer het aantal zones in (te regelen secundaire circuits). (1 of 2)
Configuratie
Het aantal units in het cascadesysteem en de SWW-prioriteit kunnen
hier worden geconfigureerd.
Voer in
Aantal units geïnstalleerd: Het aantal geïnstalleerde DCOM*s.
Unittype autom. configureren
Als u 'YES' selecteert, zal het systeem het type unit (alleen
koelen/ alleen verwarmen/omkeerbaar) automatisch detecteren
en configureren.
INFORMATIE
De centrale regeling toont het maximum aantal
DCOM*s dat kan worden geregeld. Alleen de hier-
boven ingevoerde DCOM-nummers moeten worden
geconfigureerd. Nadat de centrale regeling opnieuw is
opgestart, wordt de lijst met DCOM*s beperkt tot het
aantal geïnstalleerde DCOM*s.
DCOM* configuratie:
Voer voor elke DCOM* de volgende items in (het nummer in de
kolom 'DCOM*' komt overeen met het adres op de DCOM*).
•
Groep (GRP)
Voer in tot welke groep de DCOM* behoort. DCOM*s die tot
dezelfde groep behoren, zijn meestal aangesloten op
dezelfde buitenunit, omdat het programma eerst units opstart
die tot dezelfde groep behoren, voordat units van een andere
groep worden opgestart. Dit om te voorkomen dat
verschillende buitenunits tegelijkertijd werken bij lage
belasting.
•
Type (TYP)
Het wordt aanbevolen om het type unit automatisch te
configureren (zie hierboven). Indien gewenst kan het type
echter handmatig worden gewijzigd. Voer in dit geval in of de
unit alleen koelen, alleen verwarmen of koelen en
verwarmen heeft.
na
het
ontladen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
van
7