2. INSTALLATIE DEZE GASBRANDERS DIENEN VOLGENS DE WETTELIJKE BEPALINGEN EN VERORDENINGEN GEÏNSTALLEERD TE WORDEN. DE TE VERWARMEN RUIMTE DIENT VAN TOEREIKENDE VENTILATIE TE ZIJN VOORZIEN. 2.1 Bepalingen en verordeningen • RGA gasbranders zijn CE gecertifieerd voor België. • De ventilatie van de ruimtes moet voldoen aan de norm EN13410. •...
2.3 Aanlevering o Controleer bij levering dat u het juiste aantal en type branders hebt ontvangen. o Verpakking en branders moeten schadevrij zijn. aanvaard de levering onder voorbehoud indien dit niet het geval mocht zijn. o Controleer de typeplaatjes op gassoort en bedrijfsdruk. o Controleer de inhoud van iedere doos.
2.4 Montage van het straalelement o Verbinden van de aansluitstekker in elektronisch blok 537 ABC o Plaatsing van de dichting op de gasklep SIGMA 840 o Montage van het elektronisch blok 537 ABC op de 840 SIGMA klep...
Pagina 7
o Aansluiting aardingskabel o Monteren van de houder voor de afdekplaat van de straler o Montage van de 840 SIGMA klep op het straalelement Vergeet de platte pakking niet !
Pagina 8
o Aansluiting vlamcontrole elektrode o Aansluiting ontstekingselektrode Clip 4.8x0.8 zwarte buis Clip 2.8x0.5 witte buis o Bevestiging van de draaddoorvoer op de afdekplaat o Bevestiging van de afdekplaat (platen) op de straalelement Clip 2.8x0.5 witte buis...
2.5 Branderbevestiging Aanbevolen minimumhoogten : MODEL MINIMUMHOOGTE (m) RGA55 3.40 RGA75 3.60 MINIMALE BEVESTIGINGSHOOGTEN VOOR COMFORTVERWARMING : Zie de voor het betreffende project uitgebrachte aanbevelingen. Uitzondering: TOEPASSING TERRASSEN: MODEL MINIMUMHOOGTE (m) RGA55 2.20 RGA75 2.50 o Voorbeeld van een beugel te vervaardigen door de installateur...
2.6 Minimumafstanden (Bij toepassing van ontvlambare materialen : Temperatuur max = 70°C) (*) Voor een hoek "I" of een helling "P" tussen 20° en 35°, A=0.6m. Waar de voorgeschreven minimumafstanden niet kunnen worden aangehouden dient thermische isolatie te worden toegepast. 2.7 Branderbevestigingshoek o Bij alle opstellingen moet de: hoekinstelling "I"...
2.8 Gasaansluitinqen KONTROLEER VOOR DE INSTALLATIE DAT DE GELEVERDE GASSOORT EN -DRUK OVEREENSTEMMEN MET DE UITVOERING VAN DE BRANDERS. o De gasleidingen naar de brander mogen in geen geval : - door de verhitte zone worden geleid (zie onderstaande tekening) - kracht uitoefenen op de 840 SIGMA klep.
2.9 Elektrische aansluitingen Zie modelschema. (§2.2 blz 4) 230V o De branders moeten volgens het AREI op het net worden aangesloten. o Geen enkele spanning, zelfs voorbijgaand, tussen nulgeleider en aarding is toegestaan In geval van installatie zonder nulgeleider (of bij nulgeleider van slechte kwaliteit), zorgen voor een isolatietransformator om een kunstmatige nulgeleider te creëren.
2.10 In bedrijf stellen Schoonpersen Doel : gasleidingen reinigen. Principe: SLUIT OM TE BEGINNEN ALLE AFSLUITERS NAAR DE SYSTEEMCOMPONENTEN. Gebruik droge perslucht en waar mogelijk stikstof 1. Lektesten 2. Aftakking Nr 1 schoonblazen 3. Aftakking Nr 2 schoonblazen = AFSLUITER GEOPEND = AFSLUITER GESLOTEN Lekdichtheidscontrole industriële installaties (zie schema hieronder) a) Breng de installatie met stikstof of droge perslucht op anderhalf maal...
Pagina 14
o Proefbranden Controleer eerst : o de nominaalstroom van de smeltpatronen in het bedieningspaneel. o de aardlekschakelaar (druk op de TEST-knop). Uitgangstoestand : o hoofdafsluiter gesloten. o branderafsluiters geopend. o differentieelschakelaar op "ON". o temperatuur ingesteld op de thermostaat of de programmeerbare regelaar.
3. OPLEVERING IN DE AANWEZIGHEID VAN DE KLANT TE VERRICHTEN WERKZAAMHEDEN. Vergelijk de gegevens op de typeplaatjes van de geïnstalleerde branders met de geleverde gassoort en -druk. Overtuig u er van dat elke keramische brander over een afsluiter op de hoofdgasleiding is aangesloten.
4. ONDERHOUD LIJST VAN JAARLIJKS UIT TE VOEREN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN. o Gasbranders stofvrij maken - ter plaatse, zonder demontage, bij gedoofde, koude brander. MAX. PERSLUCHTDRUK : 3 – 5 bar PAKKINGEN BLAAS NIET OP PAKKINGEN TUSSEN DE KERAMISCHE ELEMENTEN (Beschadiginggevaar van de brander) o Visuele controle van de keramische pakkingen.
5. STORINGSZOEKEN o Bij storing aan één enkele brander STRAALELEMENT GAAT AAN EN GAAT EEN STRAALELEMENT NA EEN PAAR GAAT NIET AAN SECONDEN UIT Wel vonken Geen vonk Controleer aansluiting van fase en neutraal (omkeren verboden) Controleer aansluiting Controleer de tussen straalelement opening van en verdeeldoos...
Pagina 18
Bij storing aan een brandergroep Controleer om te beginnen of de branders geschikt zijn voor de geleverde gassoort en –druk STRAALELEMENTEN GROEP GAAT NIET AAN 6. OMBOUW OP Geen vonk Wel vonken (elektrische storing) (gasstoring) Controleer de Controleer de spanning voor de opening van de controlekast algemene klep...
Pagina 19
Gassoort. Bedrijfsdruk. DE BOVENSTAANDE GEGEVENS VINDT U OP DE TYPEPLAAT VAN DE BRANDER. REP. ONDERDELEN BR 12 SX 96 (voor RGA55) BR 16 SX 96 (voor RGA75) 10 VIS INOX 6X100/30 (per 10 geleverd) BLOC D-O-XXX-XXX-00-A-12G (geleverd met gemonteerde inspuitstukken) ELECTRODE 300 COSSE 4.8...
Dit werk moet door een gekwalificeerd vakman uitgevoerd worden. Het omvat de vervanging van het BLOC D-O-XXX-XXX-00-A-12G (zie blz. 19) en de instelling van de 840 SIGMA klep. TERMICO kan een aanbouwkit leveren, met: BLOC D-O-XXX-XXX-00-A-12G met voor het gas geschikte inspuitstukken.