OPGELET
OPGELET
83315407 1/2020-05 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Lucht/water-warmtepomp WWP LB 12-A R en WWP LB 20-A R (buitenunit)
4 Montage
4.1 Montagevoorschriften
Schade aan het toestel door ijsvorming
Een geblokkeerd luchttoevoer- en luchtafvoerbereik (bijv. door sneeuw of
gebladerte) kan tot ijsvorming leiden. Het toestel kan beschadigd worden.
In streken met sterke sneeuwval moet het toestel op een verhoog opgesteld
worden en/ of van een sneeuwbescherming voorzien worden.
Luchttoevoerbereik vrijhouden van bladeren.
Schade aan het toestel wegens luchtkortsluiting
In dalen, kommen en binnenhoven wordt afgekoelde lucht verzameld en wordt deze
weer door de warmtepomp aangezogen. Dit kan tot luchtkortsluiting leiden. Het
toestel kan beschadigd worden.
Voor ongestoorde uitblaasluchtstroming zorgen:
Toestel niet in dalen, kommen en binnenhoven opstellen.
Uitblaaslucht niet in de richting van een helling of een hindernis laten blazen.
Het hoogteverschil tussen de buitenunit en de binnenunit mag maximaal 5 m
bedragen.
In gebieden met sterke wind het toestel zo opstellen dat de wind niet in de richting
van de ventilator blaast.
Hoofdwindrichting controleren.
Geluid kan versterkt worden als het door de muren en wanden weerkaatst wordt.
Een opstelling in muurnissen of -hoeken is ongunstig voor de geluidsemissies.
Het toestel moet bij voorkeur op een vrije vlakte opgesteld worden.
Rekening houden met plaatselijk geldende normen betreffende geluidsemissies
[hfst. 3.4.5]. Bijvoorbeeld afstand tot slaapruimtes, terrassen, etc.
17-48
4 Montage