4.2
Zes methodes
Er zijn zes methodes om met de Bunny te werken. Kiest u de methode die het best
past bij uw bedrijf en werkwijze.
Continu werken met automatisch nummeren AAN
In deze mode kunt u continu labels printen met automatische doornummering
zonder bundelsysteem
Continu werken met automatisch nummeren UIT
In deze mode kunt u continu labels printen zonder automatische nummering
zonder bundelsysteem
Per aantal (bundel systeem) met automatisch nummeren AAN
In deze mode geeft u het aantal te merken bundels in; bij een volgende bundel
wordt het nummer van de bundel wel automatisch opgehoogd.
Per aantal (bundel systeem) met automatisch nummeren UIT
In deze mode geeft u het aantal te printen bundels in; bij een volgende bundel
wordt het nummer van de bundel niet automatisch opgehoogd
1 label met automatisch nummeren AAN
In deze mode print u een enkel label. Door op <ENTER>te drukken kunt u een
volgend label printen met automatisch opgehoogd nummer
1 label met automatisch nummeren UIT
In deze mode print u een enkel label. Door op <ENTER> te drukken kunt u een
volgend label printen. Het nummer wordt niet automatisch opgehoogd
4.3
Het Bunny menu
Nadat u in het Bunny menu bent gearriveerd door 2 seconden op de <PRT
SCR>knop te drukken ziet u het volgende.
1-instellingen
2-labeltelling
Om de derde optie te zien drukt u op ⇓
3-speciaal menu
De eerste optie van het hoofdmenu bevat alle belangrijke parameters van de Bunny.
Als u op <ENTER> drukt komt u in het submenu.
4.4
Bunny instellingen
Hieronder vindt u een tabel met de Bunny instellingen, gevolgd door een uitgebreide
toelichting.
Instellingen
Bunny Algemeen Nederlands versie 2 – december 2003
17-02-2004
Parameters
19