Inhoudsopgave
Advertenties
Kachel installeren
3.2.1 Voorzorgsmaatregelen
De installatie van de kachel moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd
personeel.
De kachel mag alleen geïnstalleerd worden in een geschikte ruimte, de ruimte moet:
Voldoen aan de werking en omgevingsvoorwaarden (omschreven in deze
handleiding).
Voorzien zijn van elektriciteit (230V 50 Hz (73/23/EEG))
Voorzien zijn van een schoorsteenkanaal of verticaal binnen- of
buitenrookgaskanaal.
Voorzien zijn van buitenluchttoevoer.
Voorzien zijn van aarding, conform de EU-normen.
Door de verbranding van de pellets in de pelletkachel ontstaan er rookgassen.
Om deze rookgassen af te voeren moet de kachel altijd aangesloten zijn op
een schoorsteenkanaal of een verticaal binnen- of buitenrookgaskanaal. Deze
rookgassen zijn nauwelijks zichtbaar, maar kunnen zeer heet worden. Vermijd
daarom contact met de rookgassen.
3.2.2 Plaats van de kachel
De positie van de kachel hangt af van de ruimte en de mogelijkheid van de plaatsing
van de schoorsteen/het rookgaskanaal. Raadpleeg de lokale autoriteiten over de
lokale regels voor het plaatsen van een kachel met betrekking tot de schoorsteen/het
rookgaskanaal en andere voorschriften die hierover zijn vastgesteld. De fabrikant
wijst alle verantwoordelijkheid af indien de installatie niet voldoet aan de geldende
wetgeving.
Voor een goede koeling van de kachel, een goede verdeling van de warmte vanuit de
kachel en ter bevordering van de brandveiligheid moet er rekening worden gehouden
met afstanden tot andere objecten. Zie hoofdstuk 9 voor de exacte maten, dit is per
kachel verschillend. De kachel moet ook dusdanig worden geplaatst dat er een goede
mogelijkheid is tot het reinigen en onderhouden van de kachel en de rookkanalen.
Pagina 12 van 43
Advertenties
Inhoudsopgave
