GEBRUIKERS-HANDLEIDING
2-Koloms
Voor de veiligheid van personen en
materiaal zorgt u ervoor dat:
De gevarenzone wordt geobser-
veerd tijdens het heffen.
De motor van het voertuig uit is, in
de versnelling staat en de handrem
aangetrokken is.
Het voertuig op zijn krikopname-
punten geheven wordt.
Alle maten en gewichten in acht zijn
genomen.
RISICO'S TIJDENS HET HEFFEN VAN
EEN VOERTUIG
De volgende veiligheidsvoorzieningen
zijn aangebracht om overgewicht en
schade te voorkomen:
In geval van overgewicht sluit een
thermisch relais de stroom af.
In geval van een kapotte draagmoer
zal de veiligheidsmoer automatisch
de last overnemen en de brug uit-
schakelen(ref1 Fig.9).
Om er voor te zorgen dat de heftafel
in de bovenste positie stopt is een
eindschakelaar gemonteerd (2) en
een stalen plaat aan de bovenzijde
van de kolom(Fig.10).
Fig.9
Fig.10
Industrieterrein Ijsselveld, Vlasakker 11, Vlasakker 11, 3417 XT MONTFOORT, The Netherlands
ALM-2524
ALM-2524/1Ph
ALM-3024
RISICO'S VOOR PERSONEN
Deze paragraaf laat de risico's zien
waaraan de bediener of ieder ander
persoon vlakbij de werkruimte van de
hefbrug blootgesteld kan worden in
geval van het onjuist gebruiken van de
hefbrug.
RISICO'S VOOR BEDIENER
Dit is mogelijk als de bediener niet op
de aangewezen positie bij de bedie-
ningskast staat, als de hefbrug met
voertuig daalt is het de bediener niet
toegestaan om gedeeltelijk of helemaal
onder het dalend objekt te staan.Tijdens
deze fase moet de bediener in de
bedieningszone staan(Fig.11 + Fig.6).
RISICO'S VOOR PERSONEEL
Als de hefbrug met voertuig daalt, is het
voor personeel verboden om binnen de
ruimte te komen onder de bewegende
(dalende) delen van de hefbrug(Fig.12).
De bediener mag de hefbrug niet be-
dienen voordat hij gezien heeft dat er
geen personen in de gevarenzone zijn.
AUTEC Hefbruggen bv
Tel:+31 348 477000 Fax:+31 348 475104 E-mail: info@autec-vlt.nl
GEVAAR VAN BOTSEN / STOTEN
Veroorzaakt door delen van de hefbrug
of voertuig op hoofdhoogte. Als de
hefbrug stil staat op een lager niveau
dan moet het personeel er op letten zich
niet te stoten tegen delen, van de hef-
brug of voertuig, die niet gemarkeerd
zijn met speciale kleuren voor gevaar.
(Fig.13)
MOGELIJKE RISICO'S BIJ BEWEGEN
VAN HET VOERTUIG
Bewegingen kunnen veroorzaakt wor-
Fig.11
den tijdens werkzaamheden welke
voldoende kracht met zich meebrengen
om het voertuig te bewegen.(Fig.14) Als
het voertuig bijna aan het maximale
gewicht of aan de maximale maat is,
kunnen bewegingen aan het voertuig
leiden tot overgewicht of onbalans.
Fig.12
UITGAVE 02-11-1999
Fig.13
Fig.14
nl/TA-ALM-2524-05