GEBRUIKERS-HANDLEIDING
2-Koloms
Tijdens stijg- en daalbewegingen moet
de bediener zich in de bedieningszone
(1) bevinden, zoals aangegeven in
Fig.6 . De aanwezigheid van personen
in de gevarenzone (2) is ten strengste
verboden. De aanwezigheid van perso-
nen onder het voertuig is alleen toege-
staan als het voertuig geparkeerd is in
de geheven stand.
GEBRUIK DE HEFBRUG ALLEEN MET
JUIST
WERKENDE
VEILIGHEIDS-
VOORZIENINGEN ALS ER NIET AAN
DEZE REGELS WORDT GEHOUDEN,
KAN
DIT
LEIDEN
TOT
VERWONDINGEN AAN PERSONEN EN
ONHERSTELBARE SCHADE AAN DE
HEFBRUG EN HET VOERTUIG OP DE
HEFBRUG.
ALGEMENE VOORZORG
De bediener is verplicht om de
voorschriften na te leven welke in
het land verplicht zijn waar de hef-
brug wordt geïnstalleerd.
Verder moet de bediener:
Altijd in de afgeschermde ruimte
werken zoals aangegeven in de
handleiding.
Nooit de beschermingen en mecha-
nische, elektrische of andere types
van veiligheden verwijderen of af-
sluiten.
De veiligheidsvoorschriften op de
brug lezen en kennis nemen van de
veiligheidsinformatie in deze hand-
leiding.
Industrieterrein Ijsselveld, Vlasakker 11, Vlasakker 11, 3417 XT MONTFOORT, The Netherlands
ALM-2524
ALM-2524/1Ph
ALM-3024
In de handleiding komen de volgende
risicotermen voor:
GEVAAR: geeft direkt dreigend gevaar
aan welke kan leiden tot ernstige
verwondingen of tot de dood.
WAARSCHUWING:
en/of handelingen aan welke onveilig
zijn en kunnen leiden tot verwondingen
van verschillende aard tot de dood.
VOORZICHTIGHEID: geeft situaties
en/of handelingen aan welke onveilig
zijn en kunnen leiden tot lichte verwon-
dingen aan personen en / of schade
aan de hefbrug, het voertuig of andere
bezittingen.
Fig.6
RISICO
Speciale veiligheidsvoorzieningen zijn
op de hefbrug aangebracht, daar waar
het risico erg hoog is.
RISICO'S EN BESCHERMMIDDELEN
ERNSTIGE
De risico's waar de bediener aan wordt
blootgesteld als het voertuig in geheven
positie staat , te samen met de be-
schermingsmiddelen welke zijn aan-
gebracht om al de mogelijke gevaren te
beperken.
IN DE LENGTE EN ZIJWAARDSE
BEWEGINGEN.
Met in de lengte bewegingen wordt
bedoeld: achter- en voorwaardse ver-
schuivingen van de last (het voertuig).
Zijwaardse bewegingen houdt in: ver-
schuiving naar links of rechts van het
voertuig, speciaal tijdens het heffen.
Deze bewegingen kunnen voorkomen
worden door het voertuig goed op de
draagarmrubbers (op zijn krikopname-
punten) te plaatsen en deze alle 4 op
dezelfde hoogte af te stellen (door in-
en uitdraaien van de schotels).
De draagarmen en rubbers mogen
alleen afgesteld worden in de onderste
positie en in onbelaste toestand.
AUTEC Hefbruggen bv
Tel:+31 348 477000 Fax:+31 348 475104 E-mail: info@autec-vlt.nl
geeft
situaties
ELEKTRISCHE
SCHADE:
WAARSCHUWING
Beweeg het voertuig niet als
deze op de draagarmen staat.
UITGAVE 02-11-1999
Het is zeer belangrijk dat het voertuig
zodanig op de hefbrug geplaatst wordt
dat er een juiste gewichtsverdeling op
de armen rust(Fig.7 + Fig.8). Let er op
dat de motorzijde van het voertuig
altijd op de korte armen rust.
nl/TA-ALM-2524-04
Fig.7
Fig.8