Sluit de gebruikte apparaten met een YPbPr-kabel aan op de in- en uitgang van
de YPbPr-aansluiting.
Gebruik als de apparaten met een mini-jack op de YPbPr-aansluitingen worden
aangesloten, een passende YPbPr-adapter (5x tulpstekker > mini-jack) (optio-
neel).
6.8.4. HDMI
HDMI (High Definition Multimedia Interface) is een interface voor digitale beeld- en
geluidsoverdracht. Dit is kwalitatief de beste manier van signaaloverdracht en van-
af versie 2.0 kan hiermee ook de ultra-hd-resolutie worden weergegeven. Gebruik
hiervoor een normale HDMI-kabel.
Sluit de gebruikte apparaten met een HDMI-kabel aan op de passende HD-
MI-aansluitingen.
6.8.5. HDMI ARC
Als u een tv-toestel wilt gebruiken als signaalontvanger EN als signaalbron (voor de
overdracht van het geluidssignaal naar een audioreceiver), moet u de HDMI-aan-
sluiting met het audioterugvoerkanaal (ARC = Audio Return Channel) gebruiken.
De HDMI-aansluiting op het tv-toestel werkt dan in beide richtingen. Vanaf een vi-
deoapparaat kunnen er dan beeld- en geluidssignalen worden ontvangen, terwijl
bovendien het geluidssignaal van het tv-toestel via het audioterugvoerkanaal naar
de audioreceiver wordt verzonden.
Sluit het videoapparaat (bijvoorbeeld een blu-rayspeler) via HDMI op de audio-
receiver aan.
Sluit de audioreceiver via HDMI/ARC op het tv-toestel aan.
Zorg er hierbij voor dat het tv-toestel zo is ingesteld dat het luidsprekersignaal
naar de externe versterker wordt gestuurd.
6.8.6. HDMI CEC
Als u verschillende apparaten op elkaar aansluit via CEC-compatibele HDMI-aanslui-
tingen, kunnen bepaalde functies van het volledige HDMI-netwerk worden bediend
met één afstandsbediening (bijvoorbeeld stand-by- en opnamefuncties):
Sluit alle apparaten met HDMI-kabels op CEC-compatibele HDMI-aansluitingen
aan.
Zorg er hierbij voor dat de CEC-functies voor alle aansluitingen zijn geactiveerd
en dat alle apparaten op de juiste manier worden aangesloten.
6.8.7. USB
Via een USB-aansluiting kunt u opslagmedia zoals USB-sticks en externe harde schij-
ven aansluiten en uitlezen. Gebruik hiervoor een passende USB-kabel. Gebruik een
geschikte USB-kabel als deze bij het opslagmedium is meegeleverd (bijvoorbeeld
bij harde schijven).
Sluit de apparaten met een passende USB-kabel op de passende USB-aansluitin-
gen aan. Gebruik zo mogelijk geen USB-verlengsnoer, omdat dit afhankelijk van
de spanning tot problemen kan leiden.
DE
FR
IT
NL
EN
25