Inhoudsopgave
Advertenties
Temperatuur meten
1.
Zet de functieschakelaar op TEMP.
2.
Verbind de temperatuurprobe met de negatieve COM klem
en de positieve V·Ω Ω Ω Ω ·TEMP·Hz· klem en let op de polariteit.
3.
Raak met de temperatuurprobekop het te testen object aan.
Blijf ermee in contact totdat de uitlezing stabiel is.
4.
Op het scherm wordt de waarde met het juiste decimaal
punt weergegeven.
5.
Selecteer met de MODE toets
WAARSCHUWING: om een elektrische schok te voorkomen, de
thermokoppelprobe verwijderen alvorens van meetfunctie te veranderen.
Continuïteit testen
1.
Verbind het zwarte meetsnoer met de negatieve COM klem
en het rode meetsnoer met de positieve V·Ω Ω Ω Ω ·TEMP·Hz·
klem.
2.
Zet de functieschakelaar op
3.
Selecteer via de MODE toets de continuïteit "
icoontje verandert als men de MODE toets indrukt.
4.
Raak met de testprobepunten de te testen stroomkring of
component aan.
5.
Als de weerstand < 40Ω, hoort men een geluidssignaal.
Diodetest
1.
Verbind het zwarte meetsnoer met de negatieve COM klem
en het rode met de positieve V·Ω Ω Ω Ω ·TEMP·Hz· klem.
o
o
F of
C.
.
)
)
• • • • )
11
. Het
)"
)
• • • • )
Advertenties
Inhoudsopgave
