Opmerking:
Bij het handmatig programmeren van draadloze apparaten, als een apparaat langer dan 48 uur is opgestart, kan het pas in het systeem worden
l
opgenomen als het apparaat is afgekoeld en hersteld. Wanneer u het paneel programmeert met behulp van de Quick Enroll-procedure, volgt u de
stappen die worden beschreven in 'Het apparaat inschrijven in het systeem'.
Na het herstellen van een bijna lege batterij kan het systeem tot 5 minuten duren om het probleem te verhelpen.
l
VOORZICHTIG: De batterij kan exploderen als deze verkeerd wordt behandeld. Laad de batterij niet op, haal ze niet uit elkaar of werp ze niet in het
vuur. Vervang de batterij alleen door type GP, onderdeelnr. CR-123A. Het gebruik van een andere batterij kan een risico op brand of explosie
opleveren. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor veiligheidsmaatregelen.
6. Detectie van lage batterij
Opmerking: De detector is voor UL-installaties alleen voor gebruik met UL-vermelde bedieningselementen
Het apparaat bevat detectie van de toestand van de batterij met lage batterijspanning. Wanneer deze toestand wordt gedetecteerd, wordt een
storingsmelding verzonden naar de compatibele ontvanger/het bedieningspaneel. Dit biedt een visuele identificatie van de eenheid waarvoor een
batterij moet worden vervangen. Sabotageschakelaar is vereist voor UL commerciële diefstalinstallaties.
Opmerking:Na het herstellen van een bijna lege batterij kan het systeem tot 5 minuten duren om het probleem te verhelpen.
7. Temperatuurweergave
Raadpleeg de PowerMaster installatiehandleiding voor de procedure voor temperatuurweergave.
Opmerking: Dit is gebaseerd op de versie van het ondersteuningspaneel.
8. Plaatsingstest / lokale diagnostische test
Alvorens een draadloos apparaat permanent te monteren, monteer het apparaat tijdelijk en voer een plaatsingstest uit door de volgende stappen te
doorlopen:
1. Maak de basis van het apparaat los van het deksel.
2. Druk de sabotageschakelaar in en laat hem los.
3. Plaats het deksel op het apparaat om de sabotageschakelaar terug te zetten in de normale (ongestoorde) positie. Bevestig vervolgens het
voorpaneel op de basis met de sluitschroef van de behuizing.
4. Open de deur of het venster even en kijk of de rode led knippert als teken van de detectie.
5. Na 2 seconden knippert de zendindicator 3 maal.
Tabel 2 geeft de ontvangen signaalsterkte aan:
Led-respons
Groene led knippert 3 x
Oranje led knippert 3 x
Rode led knippert 3 x
Geen led
Belangrijk! Enkel GOEDE of STERKE signaalsterktes zijn aanvaardbaar. Als u een SLECHT' signaal van het toestel ontvangt, moet u het verplaatsen
en opnieuw testen tot u een GOED of STERK signaal krijgt.
Opmerking:
Voor UL/ULC installaties zijn enkel STERKE signaalniveaus aanvaardbaar. Controleer na de installatie de productfunctionaliteit in combinatie met
l
de compatibele ontvangers van het PowerMaster Control Panel.
Voor gedetailleerde plaatsingsinstructies, gelieve de handleiding van het controlepaneel te raadplegen.
l
D-307774 MC-309 PG2 Installatie-instructies
Ontvangst
Sterk
Goed
Slecht
Geen communicatie
Tabel 2: signaalsterkte
3