9.2 Netwerkgebruik (meerdere gebruikers,
IP-adres via DHCP)
Gebruiker A wil de USB LANPort 400 in zijn lokale netwerk opnemen
en verbindt het docking station met zijn router via de meegeleverde
kabel. Hij sluit een SATA HDD aan op de USB LANPort 400;
IP-adressen worden door een DHCP-server toegewezen.
Gebruiker A heeft de serversoftware die bij de USB LANPort 400
is geleverd reeds op alle computers in het lokale netwerk
geïnstalleerd (huiskamer, kantoor, kinderkamer).
Vanaf de computer in zijn kantoor wil gebruiker A nu toegang
krijgen tot de harde schijf die op de USB LANPort 400 is
aangesloten. Hiervoor start hij de serversoftware door te dubbel-
klikken (linkermuisknop) op het pictogram op het bureaublad.
In de gebruikersinterface van de serversoftware verschijnt de
USB-server met alle apparaten die momenteel zijn aangesloten:
A
B
A
–
Externe harde schijf
B
–
USB-stick
Het blauwe pictogram "device available" (apparaat beschikbaar)
geeft aan dat het betreffende apparaat gekoppeld kan worden.
Hiervoor selecteert A het apparaat (1 x links klikken) waarna hij op
de knop "connect device" (apparaat aansluiten) klikt.
Het besturingssysteem installeert alle vereiste stuurprogramma's
waarna het apparaat in het venster van Windows Verkenner
verschijnt.
Het pictogram in de gebruikersinterface verandert en geeft aan
dat de harde schijf lokaal is aangesloten:
A kan de harde schijf nu gebruiken alsof deze rechtstreeks met
zijn computer is verbonden.
usb LANPort 400