Gebruiker A heeft de meegeleverde software op zijn computer
geïnstalleerd en start deze door op het pictogram op het bureau
blad te dubbelklikken (linkermuisknop):
De gebruikersinterface van de serversoftware toont de USB-server:
De software heeft de USB-server gedetecteerd en daar een
standaard IP-adres aan toegewezen, maar dit adres is uit een
ander adresbereik afkomstig (foutmelding: "in different network
segment" (in ander netwerksegment)).
Het apparaat is nog niet toegankelijk; eerst moet een IP-adres
aan de server worden toegewezen uit het adresbereik van het
lokale netwerk.
Klik met de rechtermuisknop op de USB-server in de gebruikers-
interface om het snelmenu van de server te openen:
"Server Configurations" (Serverconfiguraties) opent het volgende
invoervenster:
Gebruiker A schakelt "Use DHCP" (DHCP gebruiken) uit (deze
functie is standaard ingeschakeld), waarna de velden "IP
address" (IP-adres) en "Subnet" kunnen worden ingevuld.
Aan de USB-server wordt IP-adres 192.168.10.101 in het subnet
255.255.255.0 toegewezen.
Om de instellingen op te slaan, klikt gebruiker A op de knop "Set"
(Instellen).
Daarna is de USB LANPort 400 beschikbaar in het lokale netwerk
en krijgt gebruiker A toegang tot de aangesloten
geheugenapparaten.
usb LANPort 400