10. De regel & communicatiekabels mogen niet binnen 50mm of
op dezelfde metalen tray als 230V verlichtings- of stroomkabels
geplaatst worden.
11. Zorg ervoor dat alle kabelwartels goed zijn aangedraaid.
12. De unit moet in een schone en droge omgeving opgeslagen worden.
Het apparaat mag niet in ruimten geïnstalleerd worden met;
•
Veel olie of een vettige omgeving,
•
Corrosieve of ontvlambare gassen, vloeisto en of dampen,
•
Omgevingstemperaturen hoger dan 40°C of lager dan -5°C,
•
Een vochtigheidsgraad hoger dan 90% of een natte omgeving.
13. Dit apparaat mag niet aan de buitenkant van een woning
geïnstalleerd worden.
14. Dit apparaat mag door kinderen van 8 jaar en ouder gebruikt worden
en personen met fysieke, zintuiglijke of geestelijke beperkingen of
met een gebrek aan ervaring of kennis zolang deze personen onder
toezicht staan of instructies hebben ontvangen omtrent het veilige
gebruik van het apparaat en zich bewust zijn van de eventuele
gevaren.
15. Houd toezicht op jonge kinderen om te voorkomen dat zij met het
apparaat spelen.
16. Zorg ervoor dat de externe roosters uit de buurt van
afvoeraansluitingen geplaatst zijn conform de Bouwvoorschriften.
17. De unit mag niet op een droogtrommel worden aangesloten.
18. De unit mag niet op een afzuigkap worden aangesloten.
19. Neem voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat de gassen uit
een apparaat met open rookkanalen niet terug kunnen stromen.
20. Zorg ervoor dat alle kanalen, condensatieafvoer en bijbehorend
pijpwerk vrij van deeltjes en blokkages is voordat de unit wordt
aangezet.
3