Gebruiksaanwijzing
Opmerking:
Bepaal vanuit de normale
bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
De maai-eenheid afstellen
Het achterscherm verstellen
In de meeste gevallen wordt het maaisel het
beste verspreid als het achterscherm dicht zit
(vooruitworp). Bij zware of natte omstandigheden kan
het achterscherm worden geopend.
Om het achterscherm te openen
u de inbusbout los waarmee het scherm is bevestigd
aan de linkerkant van de zijplaat. Daarna draait u het
scherm open en zet u de inbusbout weer vast.
1. Achterscherm
De maai-eenheid controleren
Deze maai-eenheid is voorzien van een systeem
waarbij u met twee knoppen het contact tussen
ondermes en messenkooi kunt afstellen. Dit
vereenvoudigt de afstellingsprocedure die is vereist
om optimale maairesultaten te verkrijgen. Dankzij
de nauwkeurige afstelling die mogelijk is met de
twee stelknoppen/snijplaat, zal de machine zichzelf
voortdurend slijpen waardoor de snijranden scherp
blijven. Dit zorgt voor een goede maaikwaliteit
en vermindert de noodzaak om de maaidekken
routinematig te wetten in aanzienlijke mate.
(Figuur
15), maakt
Figuur 15
2. Inbusbout
Elke dag voordat u gaat maaien of telkens als het
nodig is, moet u controleren of het contact tussen
het ondermes en de messenkooi bij elk maaidek
correct is afgesteld. Dit moet altijd gedaan worden,
onafhankelijk van de maaikwaliteit.
1.
Laat de maaidekken neer op een stevig
oppervlak, zet de motor af en haal het sleuteltje
uit het contact.
2.
Draai de messenkooi langzaam in de
tegenovergestelde richting en luister of de
messenkooi en het ondermes contact maken.
Indien er geen contact is, moet u de stelknoppen
van het ondermes telkens 1 klik naar rechts
draaien, totdat u voelt en hoort dat er licht
contact wordt gemaakt.
Opmerking:
papier te snijden als dit in een rechte hoek ten
opzichte van de snijbalk wordt ingebracht, aan
de beide uiteinden en in het midden van de
messenkooi.
Opmerking:
klikstappen waarmee elke aangegeven stand
van het ondermes telkens met 0,023 mm kan
worden veranderd.
3.
Als het contact tussen het ondermes en
messenkooi te zwaar wordt, moet u de voorrand
van het ondermes wetten of vernieuwen of het
maaidek slijpen om de scherpe snijranden te
krijgen die nodig zijn om met grote precisie te
kunnen maaien; zie Toro handleiding Slijpen van
maaimachines met messenkooien en roterende
messen, documentnr. 09168SL.
Belangrijk:
licht contact tussen het ondermes en de
messenkooi is. Als er geen licht contact is,
zullen de snijranden van het ondermes/de
messenkooi zichzelf onvoldoende slijpen.
g003316
Dit zal ertoe leiden dat de snijranden na
verloop van tijd bot worden als gevolg van
het gebruik. Als het contact te zwaar is,
zullen het ondermes en de messenkooi
sneller of ongelijkmatig slijten en kan de
maaikwaliteit achteruitgaan.
Opmerking:
messenkooi voortdurend tegen het ondermes
aan lopen, zal er op het oppervlak van de
voorste snijrand van het ondermes over de
gehele lengte een lichte braam ontstaan.
Verwijder deze braam af en toe met een vijl
die u langs de voorrand haalt; dit verbetert het
maaien.
Na langdurig gebruik zal er uiteindelijk aan beide
uiteinden van het ondermes een groef ontstaan.
Deze groeven moet u afronden of gelijk vijlen
11
De messenkooi dient één blad
De stelknoppen hebben
Zorg ervoor dat er altijd een
Als de messen van de