Bij de functie schakelen kan bovendien de lichtsterktemeting worden gedeactiveerd (meting uit).
De lichtsterkte heeft geen invloed en de lichtgroep schakelt alleen bij aan-/afwezigheid.
Nalooptijd licht
De nalooptijd kan van 10 s tot 120 min worden ingesteld. Deze past zich zelflerend aan het
gebruikersgedrag aan en kan automatisch tot max. 30 min worden verhoogd resp. tot de
ingestelde
tijd worden verlaagd. Bij instellingen ≤ 2 min of ≥ 30 min blijft de nalooptijd onveranderd op de
ingestelde waarde.
Bedieningswijze
De verlichting van de aanwezigheidsmelder wordt naar keuze volautomatisch voor meer comfort
resp. halfautomatisch voor een grotere besparing geregeld. Bij 'volautomatisch' wordt de
verlichting automatisch in- en uitgeschakeld. Bij 'halfautomatisch' moet de verlichting altijd
handmatig ingeschakeld. Het uitschakelen van de verlichting vindt automatisch plaats.
Expert
Bedrijf zonder aanwezigheidsinvloed
Instelling nee: de lichtgroep wordt door aanwezigheid en lichtsterkte geregeld.
Instelling ja: de lichtgroep wordt alleen door lichtsterkte geregeld, onafhankelijk van de
beweging.
Bron lichtmeting
De aanwezigheidsmelder meet met behulp van drie gerichte lichtmetingen het kunstmatige licht
en het daglicht, zie paragraaf 7.4. Master-parameters instellen, Expert.
Men kan kiezen uit:
•
Lichtmeting binnen
•
Lichtmeting midden
•
Lichtmeting raam
•
Lichtmeting integraal (gemiddelde van alle 3 lichtmetingen)
Bij de toewijzing van de lichtmeting moet men erop letten dat de lampen zich binnen het
bereik van de geselecteerde lichtmeting bevinden. Nadere informatie vindt u in paragraaf
7.4. Master-parameters instellen, Expert.
Handleiding theRonda P360 DALI-2 HCL UP
28