Storingen
Storingen
Het apparaat start
niet nadat het op het
stroomnet aangesloten
werd.
De compressor
werkt al lang zonder
onderbreking.
Er stroomt water uit
het apparaat.
Nuttige raadgevingen
18
Tijdens de werking van het apparaat kunnen
zich storingen voordoen. Wij geven u hier enkele
voorbeelden van de meest voorkomende storingen
die u in de meeste gevallen zelf kunt verhelpen.
Oplossingen
• Controleer of er spanning op de stekker is en of het
apparaat ingeschakeld werd (de thermostaat moet in
dienstpositie staan)
• De deur werd te vaak of te lang geopend.
• De deur is slecht gesloten (het kan zijn dat een
voorwerp de goede sluiting belemmert, dat ze niet
goed in haar scharnieren zit of dat de dichting
beschadigd is...)
• U heeft een te grote hoeveelheid fl essen tegelijk in
de kast gelegd.
• De compressor en de condensor worden
misschien onvoldoende geventileerd. Controleer of
de lucht goed achter het apparaat kan circuleren
en reinig de condensor.
Het water loopt uit het apparaat als de aftapopening
verstopt is of als het dooiwater niet in de leiding loopt die
naar de opvangbak gaat.
• Reinig de verstopte opening, bijvoorbeeld met een
plastic rietje.
Als de temperatuur van het apparaat niet laag
genoeg is, controleer dan:
•
of de thermostaat goed geregeld is (zie het
hoofdstuk Regelingen en gebruik),
•
of de thermostaat correct werkt,
•
of de lucht goed achter het apparaat kan
circuleren om de condensor te ventileren
•
of het apparaat zich niet te dicht bij een
warmtebron bevindt.