2.
Stel de papiergeleidingen en achteraanslag af op het formaat
van het papier dat gebruikt wordt.
3.
Om te voorkomen dat het papier vastloopt:
>
Laat geen ruimte tussen het papier, de papiergeleiders en de
achteraanslag.
>
Doe niet teveel papier in de cassette. De capaciteit is
afhankelijk van het type papier en het papiergewicht.
>
Gebruik geen beschadigd papier.
>
Laad geen papier van verschillend formaat, papierkwaliteit of
dikte tegelijk.
>
Tijdens het afdrukken mag u de papiercassette niet
verwijderen.
INSTALLEREN > 29