3
4
1
2
9
25
37
45
Afb. 4.32
Striplengtes en montagepositie van de aansluitkabel
[1]
Gestript draaduiteinde
[2]
Geïsoleerde draad
[3]
Ommantelde leiding
[4]
Trekontlastingsklem
[5]
Uitsparing voor kabeldoorvoer
De striplengte voor de afzonderlijke draden is max.
Q
Q
9 mm aan het gestripte draaduiteinde [1].
De striplengte voor de buitenmantel is max. 25 mm
Q
Q
aan de geïsoleerde draad [2].
Installatie van de externe schakelapparatuur
Afhankelijk van het soort schakelapparatuur koppelt u
de aansluitkabels aan de Home In- of aan de Home Out-
aansluitklem.
Volg het aansluitschema om Home In en Home Out
X
X
aan te sluiten.
Home
Out
Home
In
Afb. 4.33
Aansluitschema voor externe schakelcontacten
Sluit de kabel voor het respectieve contact aan op
X
X
de schakelcontactklemmen volgens het betreffende
aansluitschema.
Om de Home In-interface te kunnen aansluiten, moet
Q
Q
de geïnstalleerde brug worden verwijderd.
INFO Het Home In-contact moet overbrugd zijn als het
niet wordt gebruikt (wordt overbrugd geleverd).
www.bora.com
5
INFO Voor aansluitingen op de Home In-aansluitklem
mag u geen draadeindhulzen gebruiken.
1
Afb. 4.34
Contact Home Out met trekontlasting
[1]
Trekontlastingsklem
[2]
Uitsparing voor kabeldoorvoer
Klem de aansluitkabel vast in de daarvoor voorziene
X
X
trekontlastingsklem [1] met de juiste kabeldiameter.
Verwijder de voor de kabeldoorvoer vereiste uitsparing
X
X
[2] van de kunstofbehuizing van de besturingseenheid.
INFO Is er zowel op de Home In- als op de Home
Out-interface externe schakelapparatuur
aangesloten, dan moeten beide kabels met de
trekontlastingsklem worden gezekerd.
Controleer of de aansluitkabels correct gemonteerd
X
X
zijn en stevig vastzitten.
Sluit en bevestig het deksel van de besturingseenheid.
X
X
Schroef het deksel vast met de meegeleverde schroef
X
X
(max. 2 Nm).
Let erop dat de kabel niet beschadigd of ingeklemd
X
X
raakt.
Montage
NL
2
29