9 Bijlage
9
Bijlage
9.1
Technische gegevens
Algemene specificaties
Model
Gewicht
Materiaal behuizing
Aansluitklemmen
Ʋ Type klemmen
Ʋ Aderdiameter
Voedingsspanning
Bedrijfsspanning
Ʋ Nominale spanning AC
Ʋ Nominale spanning DC
Max. opgenomen vermogen
Sensoringang
Aantal
Soort ingang
Meetwaarde-overdracht
Aanspreekweerstand
Hysterese
Klemmenspanning (leegloop)
Kabelbreukbewaking
Ʋ Detectie kabelbreuk
Ʋ Aanbevolen weerstand in de sensor
Toegestane kabelcapaciteit
Relaisuitgang
Aantal
Contact
Contactmateriaal
Schakelspanning
Schakelstroom
Schakelvermogen
1)
Fasehoek cos φ bij AC
In-/uitschakelvertraging
Ʋ Basisvertraging
Wanneer inductieve lasten of hogere stromen worden geschakeld, wordt de goudlaag op de relaiscontactvlak-
1)
ken permanent beschadigd. Het contact is daarna niet meer geschikt voor het schakelen van signaalcircuits.
24
Inbouwinstrument voor montage op rail 35 x 7,5 conform
EN 50022/60715
125 g (4.02 oz)
Polycarbonaat PC-FR
Schroefklem
0,25 mm² (AWG 23) ... 2,5 mm² (AWG 12)
24 ... 230 V AC (-15 %, +10 %), 50/60 Hz
24 ... 65 V DC (-15 %, +10 %)
2 W (8 VA)
2 x voor aansluiting van een conductieve elektrode
Actief (sensorvoeding door VEGATOR 132)
Wisselspanning
500 Ω ... 200 kΩ, instelbaar
100 Ω ... 100 kΩ
10 Vss -blokspanning 75 Hz
> 500 kΩ
220 kΩ
200 nF
2 x arbeidsrelais
Potentiaalvrij wisselcontact
AgSnO2 hard verguld
min. 10 mV DC, max. 253 V AC/50 V DC
min. 10 µA DC, max. 3 A AC, 1 A DC
min. 50 mW, max. 500 VA, max. 54 W DC
≥ 0,7
250 ms, ± 20 %
VEGATOR 132 •