Bedieningscomputer aanbrengen en
verwijderen (zie afbeelding a)
Voor het monteren van de bedieningscomputer 3 duwt u deze naar
achteren in de houder 4.
Voor het verwijderen van de bedieningscomputer 3 drukt u op de
vergrendeling 15 en duwt u deze naarvoren uit de houder 4.
■ als u de eBike parkeert, verwijdert u de bedienings-
computer.
Het is mogelijk om de bedieningscomputer in de houder tegen het
verwijderen te beveiligen. Demonteer hiervoor de houder 4 van
het stuur. Plaats de bedieningscomputer in de houder. Schroef de
blokkeerschroef 16 (schroefdraad M3, 8mm lang) van onderen in de
daarvoor bestemde schroefdraad van de houder. Monteer de houder
opnieuw op het stuur.
4
A
78
3
15
16
Snelheidssensor controleren
(zie afbeelding B)
De snelheidssensor 17 en de bijbehorende spaakmagneet 18 moeten
zodanig gemonteerd zijn dat de spaakmagneet bij een omwenteling
van het wiel op een afstand van minimaal 5mm en maximaal 17mm
langs de snelheidssensor beweegt.
Opmerking: Als de afstand tussen snelheidssensor 17 en
spaakmagneet 18 te groot is of de snelheidssensor 17 niet juist
is aangesloten, valt de snelheidsmeterindicatie f uit en werkt de
aandrijving van de eBike in het noodprogramma.Draai in dit geval de
schroef van de spaakmagneet 18 los en bevestig de spaakmagneet
zodanig op de spaak dat deze op de juiste afstand langs de
markering van de snelheidssensor loopt. Als er ook daarna geen
snelheid op de snelheidsmeterindicatie f verschijnt, dient u contact
op te nemen met een erkende rijwielvakhandel.
B
17
18