De standaardinstellingen van de WHR zijn:
Stand A
FWEZIG
Stand L
AAG
Stand M
IDDEN
Stand H
OOG
De standaardinstellingen van de WHR, HL, zijn:
Stand A
FWEZIG
Stand L
AAG
Stand M
IDDEN
Stand H
OOG
Doe het volgende om de WHR (na installatie) in te
regelen:
•
Zet de WHR in het inregelbedrijf.
– Display: Druk gelijktijdig 3 seconden op
"
" en "
".
– CC Ease: Druk gelijktijdig 3 seconden op
"
" en "
".
Wacht totdat "InR" op het Display of op het CC
Ease paneel verschijnt.
In het inregelbedrijf staan de klep van de by-
pass en het vorstvrij element altijd dicht. Na
30 minuten schakelt de WHR automatisch
weer uit het inregelbedrijf.
•
Sluit alle ramen en de buitendeuren.
•
Sluit vervolgens alle binnendeuren.
•
Controleer de aanwezigheid van bouwkundige
overstroomvoorzieningen (minimaal 12 cm
l/s).
De bouwkundige overstroomvoorziening-en
moeten minimaal 12 cm
• Controleer of beide ventilatoren in de drie toe-
rentallen functioneren.
• Schakel de WHR in het hoge toerental.
• Plaats alle ventielen en stel de ventielen in vol-
gens de opgegeven instelgegevens of zoals in de
referentiewoning.
Indien geen gegevens bekend zijn:
–
Plaats de ventielen en zet de ventielen zo-
ver mogelijk open.
–
Meet de luchthoeveelheden; eerst de toe-
voerlucht en daarna de afvoerlucht.
–
Wijken de gemeten luchthoeveelheden
meer dan plus of min 10% af van de nomi-
nale luchthoeveelheden en is het meren-
deel van de afwijkingen positief, zorg er
dan voor dat alle afwijkingen positief zijn. Is
het merendeel van de afwijkingen negatief,
zorg er dan voor dat alle afwijkingen nega-
tief zijn. Zorg ook dat één toevoer- en één
afvoerventiel geheel open blijven.
•
Wijzig de ventilatorinstellingen in de P-menu's
P30 t/m P37 van het display, CC Luxe paneel of
het CC Ease paneel.
–
Kies een zo laag mogelijke instelling in ver-
band met het energieverbruik.
–
Zorg ervoor dat de verhouding tussen laag,
midden en hoog gelijk blijven.
15%
35%
50%
70%
15%
40%
70%
90%
2
per
2
per l/s zijn.
Gebruik de grafi ek met de luchtspecifi caties
van de WHR om de ventilatoren in te stellen.
•
Mochten de nu ingestelde luchthoeveelheden
nog teveel afwijken:
–
Regel dan de ventielen na.
•
Controleer nadat alle ventielstanden zijn vast-
gesteld, nogmaals de gehele installatie.
•
Schakel de WHR (terug) in ventilatiestand 2.
3.9
Onderhoud voor installateur
Als installateur van de WHR moet u het volgende
onderhoud uitvoeren:
•
Het inspecteren van de warmtewisselaar en de
ventilatoren.
•
Het reinigen van de fi lter bij de aanwezigheid
van een voorverwarmer.
In de volgende paragrafen worden deze onder-
houdswerkzaamheden kort toegelicht.
Als u de onderhoudswerkzaamheden aan de
WHR niet (periodiek) uitvoert, zal het venti-
latiesysteem uiteindelijk niet meer optimaal
kunnen functioneren.
3.9.1 Warmtewisselaar en ventilatoren
inspecteren
De ventilatoren en de warmtewisselaar moeten 1x
per 2 jaar geïnspecteerd worden.
•
Trek de stekker (A) uit het stopcontact.
•
Verwijder de fi lters (B) uit de WHR.
•
Maak het frontpaneel los door de schroeven (C)
te verwijderen.
•
Schuif het frontpaneel omhoog en neem het
frontpaneel van de WHR.
•
Maak het afdichtpaneel los door de schroeven
(D) te verwijderen.
B
C
D
3
A
Voor de installateur
29