o Wanneer de luchtkanalen doorheen wanden lopen waar de brandveiligheid moet
gewaarborgd worden dan zal men de installatie uitrusten met brandkleppen waarvan
de brandweerstand aangepast is aan de voorschriften die voor deze lokalen gelden.
o Kanalen moeten zo ontworpen en geplaatst worden dat de luchtweerstand zo klein
mogelijk is. De verbindingen tussen de hulpstukken en de kanalen moeten luchtdicht
en stevig uitgevoerd worden. Gebruik hiervoor aangepaste tape en spanringen of
gebruik hulpstukken met een rubberen sluitring.
o Men zal bijzondere aandacht besteden aan de buitenomgeving waar de verse lucht
wordt aangezogen, dus minimum 10 m verwijderd van schouwen en andere bronnen
die onzuivere lucht produceren.
o Bij de toepassing van buitenroosters zal men ervoor zorgen dat noch regen, noch
bladeren, noch ongedierte in de installatie kan terecht komen.
o De afstand tussen twee buitenroosters voor de toevoer en de afvoer van lucht moet
minimum 2 m zijn wanneer ze zich in gemeenschappelijke muur bevinden!
Op deze wijze vermijdt men onmiddellijke recuperatie van de verontreinigde lucht die
de woning verlaat.
Belangrijk!
Bijna altijd moet de installatie naast NBN D50-001 in België ook voldoen
aan de aan de richtlijnen beschreven in de STS – P73.
Deze moeten dan als een aanvulling beschouwd worden, ook voor deze
handleiding.
4.5 Elektrische installatie
o De elektrische installatie mag uitsluitend uitgevoerd worden door een bekwaam
vakman die rekening houdt met het AREI en alle andere reglementen die van
toepassing kunnen zijn.
o De TUOX 3 is voorzien van een 3-aderig soepel snoer (3 x 0,75 mm²) waarbij:
blauw = de nulleider , bruin = de fasegeleider en geel/groen = de aarding.
Tussen bruin en blauw wordt een netspanning van 230 V 50 Hz aangesloten.
Het toestel moet steeds via de geel/groene geleider met een degelijke
aardingsinstallatie verbonden worden !
Vermijd de aansluiting met een stekker zodat de unit uitsluitend via het afschakelen
van de zekering spanningsloos kan geplaatst worden.
o Het toestel wordt beveiligd met een aangepaste tweepolige zekering met een
minimum contactopening gelijk aan 3 mm. Het is sterk aan te bevelen om
hiervoor een aparte stroomkring te voorzien.
o Om de bijkomende elektrische aansluitingen te realiseren moet het voorpaneel
verwijderd worden en ook bovenaan de deksels in kunststof zodat de elektronische
besturingsprint bereikbaar wordt.
Men kan nu kiezen bij de uitvoering TUOX 3 S om een 3-standenschakelaar, een
aurastat, een auramode of een aura-T aan te sluiten.
Bij de TUOX 3 AW zijn bijna alle functies reeds aan boord via de aura-T.
10