6.2 Symbolen
Aanduiding van de ventilatorsnelheid: speed 1, 2, 3 of 4 = boost.
Via een externe schakelaar wordt de snelheid op de aangeduide waarde
gehouden
De timer is actief en beperkt de ventilatiesnelheid tot speed 1.
De snelheid van de ventilatie-unit wordt bepaald door de interne vochtsensor
of een externe sensor.
De filters moeten gereinigd of vervangen worden
Brandt dit signaal constant dan is de buitentemperatuur te laag met risico op
beschadiging van de warmtewisselaar (dichtvriezen). De snelheid van de
toevoerventilator wordt gereduceerd.
Indien dit symbool pulserend oplicht dan is binnentemperatuur te laag en
beide ventilatoren stoppen. Om opnieuw te starten volstaat het om op één van
de snelheidsinstellingen te drukken.
De zomerbypass is actief waarbij verse lucht in de woning wordt gebracht
zonder dat deze wordt voorverwarmd door de lucht die de woning verlaat.
Vaak wordt deze functie gecombineerd met de "summerboost" zodat
intensiever geventileerd wordt om een optimaal effect te bekomen.
Druk enkele seconden op toets 4 om "summerboost" te beëindigen.
De boost nalooptimer is actief na het wegvallen van een interne of externe
activering van de boost door een bijvoorbeeld een vochtsensor.
De boost-functie wordt vergrendeld en de unit wordt op snelheid 1 gehouden
en reageert dus niet op het eventueel boost-bevel door externe schakelaars.
De proportionele ingangen (0-10V) worden hierdoor niet beïnvloedt.
Wanneer dit symbool pulserend oplicht dan kan de oorzaak een ventilator-fout
zijn en moet de installateur gecontacteerd worden. Vaak gaat deze fout
gepaard met te hoge temperaturen binnen de ventilatie-unit.
6.3 Start en stoppen
Druk eventjes op toets
Om te stoppen een 3-tal seconden op toets
Bij de start gaat de achtergrond van het scherm
oplichten.
De actuele ventilatorsnelheid wordt aangegeven
met één donker gekleurde toets: 1,2,3 of 4.
om de unit te starten.
16
4
3
.
2
1
1 2 3 4 5 6 7