Gebruik
3.4
Rijden
Til de zorgvrager niet hoger dan noodzakelijk is voor het verrijden van de lift.
• Het verrijden van de lift gaat het eenvoudigst als de zwenkwielen in de juiste richting staan (in het
verlengde van de rijrichting).
• Loop tijdens het verrijden met de lift mee.
• Rijd de lift naar de bestemming en til daar pas naar de benodigde hoogte om de zorgvrager in de
eindpositie te brengen.
• Tijdens het verrijden van de lift kunnen de poten in de brede of in de smalle stand staan. Gebruik bij
voorkeur de smalle stand om te verrijden.
3.4.1
Draaien met de lift
• Vermijd draaien vanuit de rug bij het verdraaien van de lift. Ga tijdens het draaien aan de zijkant van de
lift staan en gebruik de arm, het juk en poten om te trekken of duwen.
• Houd met één hand het juk of de hefarm vast en met de andere hand de mast.
• Begin de draaibeweging door met een voet tegen het onderstel te duwen.
• Vervolg de draaibeweging door met de arm die op het juk en op de hefarm rust, om de lift verder te
duwen.
3.5
De zorgvrager uit de lift halen
Tillen naar een bed / stoel
Breng de zorgvrager in de uiteindelijk bedoelde positie (liggen of zitten). Positioneer de zorgvrager zo goed
mogelijk. Laat de zorgvrager zakken.
• Zorg ervoor dat de zorgvrager goed achter in een stoel wordt geplaatst.
• Zet de lift niet op de rem om de zorgvrager goed te kunnen positioneren.
• Maak alle clips van de tilband los.
• Rijd de lift weg.
• Verwijder de tilband (tenzij een persoonsgebonden band is gebruikt).
• Druk de noodstop in en zet de lift terug waar hi j hoort.
(Laad wanneer nodig de batterij op)
20
3
REF0717-2