11.3 p
roBlemen met het zaagBlad en zaagBewerkIngen
Probleem
Afbrekende zaagtanden
Zaagblad slijt voortijdig
12
Mogelijke oorzaak
l
De zaagarm daalt te sne
d
Verkeerde zaagsnelhei
k
Verkeerde tandstee
Spanen blijven kleven aan
zaagblad en in de tandholten
Fouten in het materiaal of te hard
l
materiaa
Werkstuk is slecht ingespannen
Het zaagblad blijft steken in het
materiaal
Geen beginsnede gemaakt bij een
scherp of onregelmatig gevormd
werkstuk
d
Slechte kwaliteit zaagbla
Er zijn afgebroken zaagtanden
achtergebleven in het werkstuk
U zaagt verder in een eerder
gemaakte zaagsnede
Te veel trillingen
Verkeerde tandsteek of vorm
Onvoldoende smering, koelmiddel
e
of een verkeerde emulsi
Tanden wijzen niet in
bewegingsrichting van zaagblad
Slechte kwaliteit zaagblad
De zaagarm daalt te snel
Verkeerde zaagsnelheid
Fouten in het materiaal of te hard
materiaal
Onvoldoende smering, koelmiddel
of een verkeerde emulsie
WIJZIGINGEN EN T YPEFOUTEN VOORBEHOUDEN
WIJZIGINGEN EN T YPEFOUTEN VOORBEHOUDEN
Oplossing
Verminder de daalsnelheid door minder druk uit te
oefenen op de zaagarm. Stel ev. de balansveer bij
Wijzig de snelheid en/of het zaagbladtype.
Kies een geschikt zaagblad.
Controleer of de afvoergaten voor de koelvloeistof
in de geleiderblokken niet verstopt zijn. Zorg voor
voldoende koelmiddeltoevoer zodat de spanen
goed weggespoeld worden.
Het materiaaloppervlak kan geoxideerd zijn
of onzuiverheden bevatten, waardoor het
harder wordt dan het zaagblad. Het kan ook
geharde delen bevatten of insluitsels a.g.v.
productiemiddelen zoals gietzand, lasresten enz.
U kunt dit soort werkstukken beter niet zagen.
Als dat toch nodig is, moet u zeer voorzichtig te
werk gaan en onzuiverheden zo snel mogelijk
.
verwijderen
.
Controleer de klemming van het werkstuk
Verlaag de daalsnelheid en oefen minder druk uit
op de zaagarm.
Besteed meer aandacht aan het begin van de
zaagsnede.
Gebruik een beter zaagblad
Verwijder zorgvuldig alle obstakels die in de
zaagsnede achterblijven.
Draai het werkstuk en maak de zaagsnede op een
andere plaats.
Controleer de klemming van het werkstuk.
Vervang het zaagblad door een geschikter
zaagblad. Verstel de zaaggeleiding.
Controleer reservoirpeil. Vergroot
koelmiddeltoevoer en controleer of openingen
en slangen niet verstopt zijn. Controleer de
samenstelling van de emulsie
Draai het zaagblad om.
Gebruik een beter zaagblad.
Verminder de daalsnelheid door minder druk uit te
oefenen op de zaagarm. Stel ev. de balansveer bij.
Wijzig de snelheid en/of het zaagbladtype.
Het materiaaloppervlak kan geoxideerd zijn
of onzuiverheden bevatten, waardoor het
harder wordt dan het zaagblad. Het kan ook
geharde delen bevatten of insluitsels a.g.v.
productiemiddelen zoals gietzand, lasresten enz.
U kunt dit soort werkstukken beter niet zagen.
Als dat toch nodig is, moet u zeer voorzichtig te
werk gaan en onzuiverheden zo snel mogelijk
verwijderen.
Controleer reservoirpeil. Vergroot
koelmiddeltoevoer en controleer of openingen
en slangen niet verstopt zijn. Controleer de
samenstelling van de emulsie.
.
.
.
.