HOOFDSTUK 2 – INSTALLATIE
2-1 QUICK CONNECT BLOK OP DRAADAANVOERUNIT INSTALLEREN
STAP #1
•
De correcte adapterliner van de draadaanvoerunit
insteken in overeenstemming met de draaddiameter
(2 is voorzien) op gelijk niveau met het schroefdraad
van de adapter van de draadaanvoerunit.
•
De instelschroef aandraaien.
De adapter van de draadaanvoerunit in het Quick
•
Connect blok inschroeven en aandraaien.
STAP #2
•
Plaats de installatie in de adapter van de draadaanvoerunit en snijd
de liner af binnen 1,6 mm (1/16") van de aandrijfrollen en
verwijder overtollig braam, indien nodig.
•
Bevestig de installatie stevig in de draadaanvoerunit.
•
Schroef het mondstuk van de gasslang op de gasaansluiting van
de draadaanvoerunit.
•
Verbind de elektriciteitskabel met een elektriciteitsbout van 13 mm
(1/2") voorzien van een geschikte kabelschoen.
•
Draai alle verbindingen aan.
•
Lasdraad handmatig in de installatie invoeren en aandrijfrollen
vastdraaien.
2-2 TOORTS OP QUICK CONNECT BLOK INSTALLEREN
Zorg dat de correcte liner en contacttip worden gebruikt. Controleer de o-ringen van de elektriciteitspen en vervang deze, indien nodig.
STAP #1
•
Het lasdraad in de elektriciteitspen
insteken.
•
De elektriciteitspen in de schouder
insteken.
•
De duimschroef stevig vastdraaien.
•
De kabel van de tegenstekker met de
besturingskast van de toorts
verbinden.
Tegenstekker in draadaanvoerunit
•
steken.
QUICK CONNECT BLOK
7
INSTELSCHROEF
ADAPTER VAN
DRAADAANVOERUNIT
ADAPTERLINER VAN
DRAADAANVOERUNIT
ELEKTRICITEITSPEN
LASDRAAD
DUIMSCHROEF