Achteraf afstellen en
ontluchten
Pompafstelling, automatische regeling
Bronsysteem
De circulatiepomp van het bronsysteem moet de juiste
snelheid hebben voor het juiste debiet in het bronsys-
teem. De F1345 heeft een circulatiepomp van het bron-
systeem die automatisch kan worden geregeld in de
standaardstand. Bepaalde functies en accessoires kunnen
vereisen dat ze handmatig draaien en de juiste snelheid
moet dan worden ingesteld, zie het gedeelte Pompaf-
stelling, handmatige regeling.
Als er meerdere F1345's worden geïnstalleerd in een
master/slave-configuratie moeten alle F1345's van het-
zelfde formaat zijn (bijv. 60 kW), omdat anders de auto-
matische regeling niet werkt. Als er bijvoorbeeld één
keer 60 kW en één keer 40 kW in de installatie zit, moe-
ten handmatige bedrijfsaanpassingen worden verricht,
zie pagina 39.
De automatische regeling vindt plaats als de compressor
draait en stelt de snelheid van de circulatiepomp van het
bronsysteem in om het optimale temperatuurverschil
tussen de aanvoer- en retourleidingen te realiseren. Voor
passieve koeling bijvoorbeeld moet de circulatiepomp
van het bronsysteem draaien op een snelheid die wordt
ingesteld in menu 5.1.9
Afgiftesysteem
De circulatiepomp van het verwarmingssysteem moet
de juiste snelheid hebben voor het juiste debiet in het
verwarmingssysteem , F1345 heeft een circulatiepomp
van het verwarmingssysteem die automatisch kan wor-
den geregeld in de standaardstand. Bepaalde functies
en accessoires kunnen vereisen dat ze handmatig
draaien en de juiste snelheid moet dan worden ingesteld,
zie het gedeelte Pompafstelling, handmatige regeling.
Deze automatische regeling vindt plaats als de compres-
sor draait en stelt de snelheid van de circulatiepomp van
het verwarmingssysteem in, voor de huidige bedrijfs-
stand, om het optimale temperatuurverschil te realiseren
tussen de aanvoer- en retourleidingen. Tijdens verwar-
ming worden de ingestelde DOT (gedimensioneerde
buitentemperatuur) en het temperatuurverschil in menu
5.1.14 gebruikt. Indien nodig kan de maximale snelheid
van de circulatiepomp worden begrensd in menu 5.1.11.
Pompafstelling, handmatige regeling
Bronsysteem
Voor het instellen van het juiste debiet in de circulatie-
pomp bronsysteem moet de juiste snelheid worden in-
gesteld voor de circulatiepompen van het bronsysteem.
De F1345 heeft circulatiepompen bronsysteem die auto-
matisch kunnen worden geregeld, maar als er een
handmatige snelheid nodig is, moeten ze worden inge-
steld op basis van de volgende gegevens. Voor handma-
tige bediening moet "auto" in menu 5.1.9 worden uitge-
schakeld.
NIBE F1345
De doorstroming moet een temperatuurverschil hebben
tussen bronvloeistof uit (BT11) en bronvloeistof in (BT10)
van 2 - 5 °C wanneer het systeem in balans is (kan 5 mi-
nuten na starten van compressor). Controleer deze
temperaturen in menu 3.1 "service-info" en pas de snel-
heid van de bronpomp (GP2) aan tot het temperatuur-
verschil is gerealiseerd. Een groot verschil duidt op een
lage doorstroming in het bronsysteem en een klein ver-
schil duidt op een hoge doorstroming in het bronsys-
teem.
Stel de snelheid van de circulatiepomp van het bronsys-
teem in in menu 5.1.9 in, zie de Bedieningshandleiding.
In de grafiek hieronder kunt u aflezen welke snelheid
de circulatiepomp bronsysteem moet hebben tijdens
handmatige regeling.
1 cirkulationspump
1 circulatiepomp
2 cirkulationspumpar
2 circulatiepompen
Eleffekt
P
F1345 24 kW
Tryck KB-pumpar, för F1345 24kW.
Tillgängligt tryck, kPa
Beschikbare externe druk, kPa
140
120
100
80
60
40
80%
20
60%
40%
0
0
0,5
1,0
Tillförd eleffekt, köldbärarsida för F1345 24kW.
Tillförd eleffekt, W
Elektrisch vermogen per circulatiepomp, W
1 cirkulationspump
2 cirkulationspumpar
200
180
160
140
120
100
80
60
40
20
0
0,0
0,2
0,4
0,6
Hoofdstuk 6 |
100%
100%
60%
40%
80%
1,5
2,0
2,5
Aanvoer, l/s
100%
80%
60%
40%
0,8
1,0
1,2
1,4
Aanvoer, l/s
Inbedrijfstelling en afstelling
3,0
Flöde, l/s
1,6
Flöde, l/s
39