5. Black-out
1. Raak de Blackout-knop (16) om blackout te selecteren.
2. Alle lichtuitvoer wordt onmiddellijk gestopt.
3. Indien u de lichtuitvoer wilt herstarten, kunt u simpelweg de blackout-knop (16) opnieuw indrukken.
6. Stroboscoop
1. Raak de Strobe-knop (11) aan om de stroboscoopmodus te selecteren.
2. Gebruik de draaibesturing (15) om de stroboscoopsnelheid van 00 tot 52 te wijzigen (snel naar
langzaam). 00 is UIT.
3. Raak de Strobe-knop (11) nogmaals aan. Nu begint het toestel te flitsen op de gewenste snelheid.
4. Indien u het flitsen wilt stoppen, raakt u simpelweg de Strobe-knop (11) nogmaals aan.
7. Instelling
7.1
Fabrieksinstelling
1. Houd de Bank omhoog (3) en Delete-knoppen (10) voor 3 seconden aangeraakt.
2. Alle knoppen zijn nu vergrendeld en de fabrieksinstellingen van het toestel worden hersteld.
Dit duurt 60 seconden, hierna kunt u een willekeurige toets indrukken.
3.
7.2
Vergrendelingmenu betreden/afsluiten
1. Houd de Witte (7) en Fixture4-knoppen (1) voor 3 seconden aangeraakt.
2. Het toestel is nu vergrendeld en het display zal LOCK tonen.
3. Om het toestel te ontgrendelen moet u de Witte (7) en Fixture4-knoppen (1) voor 3 seconden
aangeraakt houden.
7.3
Patch-modus
1. Houd de Program-knop (8) en Strobe-knop (11) voor 3 seconden aangeraakt.
2. Betreed Patch-modus. Het display toont A001SL01 dit betekent dat kanaal 001 naar slider 1 gepatcht
is.
3. Raak de Chase-knop (3) aan, de Chase-LED gaat aan.
4. Gebruik de draaibesturing (15) om het DMX-kanaal te selecteren dat gepatcht moet worden.
5. Raak de Scene-knop (14) aan, de Scene-LED gaat aan, met gebruik van de draaibesturing (15)
selecteert u de kleur van de fixture.
6. Raak de ADD-knop (9) aan om de patch-gegevens te bewaren. Alle LED's zullen 3 keer knipperen.
7. Houd de Program-knop (8) en Strobe-knop (11) voor 3 seconden ingedrukt om de Patch-modus te
verlaten.
13