Inhoudsopgave
Advertenties
2.9.4 Reinigen van filter bij aanwezigheid van
een vorstvrij element
Reinig het filter van het vorstvrij element (in-
dien aanwezig) 1x per 4 jaar
1. Verwijder de warmtewisselaar zoals staat beschre-
ven in het hoofdstuk over onderhoud van de warm-
tewisselaar.
2. Maak het afdichtpaneel los door de schroeven (D)
te verwijderen.
3. Verwijder de schroef van de elektronica slede.
4. Trek de elektronica slede voorzichtig naar voren.
5. Maak de connectoren (J) en de aardedraad op de
besturingsprint los, en verwijder de snoeren com-
pleet met de twee doorvoertules (K).
6. Verwijder de kabel van de besturingsprint.
7. Verwijder de houder van het vorstvrij element door
deze tot halverwege omhoog te schuiven en vervol-
gens van de klep weg te trekken.
8. Verwijder de vorstvrij element filter achter de hou-
der van het vorstvrij element
9. Het filter van het vorstvrij element inspecteren en
indien nodig schoonmaken.
- Reinig het filter met een borstel.
- Verwijder eventuele aanslag met een vochtige
doek.
- Gebruik een zachte borstel om de ventilator-
schoepen schoon te maken.
- Gebruik een stofzuiger om het stof te verwijde-
ren.
10. Monteer alle onderdelen in omgekeerde volgorde
terug.
11. Schakel de spanning van de WHR weer in.
De holle zijde van het vorstvrij element filter
moet naar de vorstvrij elementhouder ge-
richt zijn.
Draai de schroeven met een maximaal aan-
draaimoment van 1,5 Nm aan. Dit is onge-
veer gelijk aan stand 2 van een gemiddelde
accuboormachine.
12. Voer de zelftest uit volgens menu P76.
NL - 20
2.10 Storingen
Als de WHR een storing heeft, kan dit als volgt ken-
baar gemaakt worden:
■ De storingsmelding verschijnt op het display;
■ De storingsmelding verschijnt op het ComfoSense
paneel.
Echter, niet in alle gevallen verschijnen er storings-
meldingen op de digitale bediening, terwijl er wel sto-
ringen (of problemen) zijn. In de volgende paragrafen
worden beide typen storingen (of problemen) kort
toegelicht.
2.10.1 Storingsmeldingen op de digitale
bediening.
Als er een storing optreedt, verschijnt de storingscode
hiervan op de digitale bediening.
Hieronder wordt een overzicht van de storingsmeldin-
gen op de digitale bediening gegeven.
In het hoofdstuk over probleemoplossing wordt uit-
gelegd hoe deze storingen kunnen worden verholpen.
Code
Desription
A0
NTC voeler Tge is defect.
(= Temperatuur van de buitenlucht t.b.v.
bodemwisselaar)
A1
NTC voeler T1 is defect.
(= Temperatuur van de buitenlucht)
A2
NTC voeler T2 is defect.
(= Temperatuur van de toevoerlucht)
A3
NTC voeler T3 is defect.
( =Temperatuur van de retourlucht)
A4
NTC voeler T4 is defect.
(= Temperatuur van de afvoerlucht)
A5
Storing aan de motor van de bypass.
A6
Storing aan de motor van het vorstvrij
element.
A7
Vorstvrij element verwarmt niet
voldoende.
A8
Vorstvrij element wordt te heet.
A10
NTC voeler Tch is defect.
(= Temperatuur in de wasemkap)
A11
NTC voeler Tah is defect.
(= temperatuur van de naverwarmer)
E1
Afvoerventilator draait niet.
E2
Toevoerventilator draait niet.
E3
Wasemkap temperatuursensor te hoog.
E4
WTW functie is uitgeschakeld.
EA1
Enthalpievoeler meet te hoge RH-
waarden.
EA2
Geen communicatie tussen de
enthalpiesensor en de WHR.
'COMM'
ComfoSense paneel heeft geen
'ERROR'
communicatie met de WHR.
(
'ERROR'
OF
'COMM')
FLTR
Intern Filter is vuil
'FLTR' 'EXT'
Externe Filter is vuil.
(of 'EXT'
'FLTR')
'Fil' 'tEr'
Intern Filter is vuil
(of 'tEr' 'Fil')
Advertenties
Inhoudsopgave
