Functieoverzicht
Hieronder volgt een beschrijving van alle individuele functies.
Niet iedere regelaar bevat al deze functies. Zie menuoverzicht.
Functie
Normaal display
Normaal zal de temperatuurwaarde van de Sair sensor
worden weergegeven.
Thermostaat
Set point
De regeling wordt gebaseerd op de ingestelde waarde
plus een verschuiving indien van toepassing. Deze
waarde wordt ingesteld via een druk op de middelste
toets.
Het bereik van deze instelling kan worden begrensd door
middel van parameters r0 en r03.
De referentietemperatuur kan ten alle tijden worden
uitgelezen in parameter u8.
Differentie
Wanneer de temperatuur hoger is dan het setpoint plus
de differentie, zal het koelcontact worden ingeschakeld.
Het wordt uitgeschakeld wanneer de temperatuur onder
het setpoint komt.
Ref.
Setpoint begrenzing
De instelmogelijkheden voor het setpoint kunnen
worden begrensd, waardoor ontoelaatbare instellingen
onmogelijk zijn.
Maximale temperatuurinstelling
Minimale temperatuurinstelling
Correctie temperatuuruitlezing display
Als de temperatuur in het koelobject en de temperatuur-
uitlezing op de display niet gelijk zijn, kan de uitlezing op
de display worden gecorrigeerd.
Temperatuurweergave
Instelling voor weergave van de temperatuureenheid in
°C of in °F.
Correctie van het Sair sensor
(compensatie mogelijk voor lange kabellengten)
Start / stop van regeling
Met deze instelling kan de regeling gestart en gestopt
worden en wordt handbediening van de uitgangen
toegestaan.
1 = regelen
0 = regeling gestopt
-1= regeling gestopt – handbediening toegestaan
Een gestopte regeling zal een 'Standby alarm' genereren.
Nachtverschuiving
Het setpoint van de thermostaat kan worden verhoogd
met deze waarde bij omschakeling van dag naar nacht.
(Selecteer een negatieve waarde bij koude-accumulatie.)
Verschuiving referentie
Wanneer deze functie op ON wordt gezet, zal de thermo-
staatreferentie verschoven worden met de in r40 inge-
stelde waarde. Deze functie kan ook geactiveerd worden
via de DI ingang (definitie in o0)
10
No.
r01
Dif.
r0
r03
r04
r05
r09
r1
r13
r39
Handleiding RS8DY510 © Danfoss 10-006
Waarde voor verschuiving referentie
De thermostaatreferentie en alarmwaarden worden
verschoven met deze waarde wanneer de functie wordt
geactiveerd. Geactiveerd worden via r39 of DI ingang
Alarm
De regelaar kan in verschillende situaties een alarm ge-
nereren. Als er een alarm is, zullen alle LED's in de display
knipperen en zal het alarmrelais schakelen.
Tijdvertraging van een temperatuuralarm (korte
vertraging)
Als één van de twee alarmgrenzen wordt overschreden
zal een timerfunctie worden gestart. Het alarm wordt
actief als de ingestelde tijd is verstreken. De tijdsinstel-
ling is in minuten.
Tijdvertraging voor deuralarm
De tijdvertraging is in minuten.
De functie wordt gedefinieerd in o0.
Opstarttijdvertraging hoog temperatuuralarm (lange
vertraging)
Deze tijdvertraging wordt gebruikt na opstart, tijdens
ontdooiing en direct na een ontdooiing.
Er vindt overschakeling plaats naar de normale vertrag-
ing (A03) als de temperatuur onder de ingestelde hoge
temperatuur alarmgrens komt.
Tijdsinstelling is in minuten.
Hoge temperatuur alarmgrens
Hier wordt de temperatuur ingesteld waarbij een alarm
moet worden gegenereerd na de tijdvertraging. Instel-
ling in °C (absolute waarde). De ingestelde waarde wordt
bij nachtverhoging met dezelfde instelling verhoogd.
�erlaging van de alarmgrens vindt bij negatieve instel-
ling van r13 niet plaats.
De alarmgrens wordt ook verschoven in connectie met
de referentieverschuiving (r39).
Lage temperatuur alarmgrens
Hier wordt de temperatuur ingesteld waarbij een alarm
moet worden gegenereerd na de tijdvertraging (A03).
Instelling in °C (absolute waarde).
De alarmgrens wordt ook verschoven in connectie met
de referentieverschuiving (r39).
Vertraging voor DI alarm
Een schakeling van de ingang resulteert in een alarm.
Deze functie van DI wordt gedefinieerd in o0
Hoog temperatuuralarm voor condensor
Als de Saux (S5) sensor wordt gebruikt voor het
bewaken van de condensatietemperatuur moet hier de
alarmwaarde worden ingesteld. De waarde is in °C. Er is
geen alarmvertraging. De definitie van de Saux (s5) sen-
sor wordt gedaan in o69/o0. Het alarm wordt 10K onder
de alarmwaarde opgeheven.
Compressor
Het compressorrelais volgt de thermostaat. Als de
thermostaat koeling vraagt wordt het compressorrelais
ingeschakeld.
Minimum AAN en UIT tijden
Om teveel compressorschakelingen te voorkomen kun-
nen minimum AAN en UIT tijden worden ingesteld.
Deze tijden worden genegeerd als bijvoorbeeld een
ontdooiing wordt gestart.
Minimale AAN-tijd in minuten
Minimale UIT-tijd in minuten
Tijdvertraging voor tweede compressor
Deze instelling geeft aan hoeveel tijd moet verstrijken
tussen het inschakelen van de eerste compressor en het
inschakelen van de tweede compressor.
r40
r39 of DI ingang
A03
A04
A1
A13
A14
A
A3
c01
c0
c05
EKC 10