Iedere radiografische voeler bezit een voeler-ID (identificatienummer).
Deze bestaat uit de laatste 3 cijfers van het serienummer en de
positie van de schakelaar in de radiografische voeler (H of L).
✓ De configuratiemodus is geopend,
brandt.
✓ De radiografische voeler is ingeschakeld en de zendfrequentie
is ingesteld op 2 metingen per seconde (zie het gebruiksadvies
bij de voeler).
1 Met
.
: Schakelt de automatische voelerdetectie in (aanbevolen).
YES
.
: Schakelt de automatische voelerdetectie uit.
NO
is geselecteerd:
NO
2 Met
bevestigen
➫ Ga verder met hoofdstuk 5.4 I
UITSCHAKELEN INSTELLEN
is geselecteerd:
YES
- Automatische voelerdetectie wordt gestart.
- Als een radiografische voeler is gevonden wordt de voeler-ID
weergegeven. Als geen voeler wordt gevonden gaat
branden.
Als meer dan 1 radiografische voeler is ingeschakeld:
➤ Selecteer, indien noodzakelijk, de gewenste voeler met
.
Mogelijke oorzaken waarom voelers niet worden detecteert:
. De radiografische voeler is niet ingeschakeld of de batterij
van de radiografische voeler is leeg.
. De radiografische voeler bevindt zich buiten het bereik van
het meetinstrument.
. Storingsbronnen beïnvloeden het signaal (bijv. gewapend
beton, metalen objecten, muren of andere barrières tussen
zender en ontvanger, andere zenders op dezelfde frequentie,
sterke elektromagnetische velden).
➤ Verhelp de mogelijke oorzaken voor de verstoring van het
signaal en start opnieuw met de configuratie.
3 Ga naar de volgende instelling door te drukken op
de gewenste optie kiezen en met
/
de gewenste voeler-ID instellen en met
.
knippert en Auto
§ 4 A
NSTELLINGEN
5. bediening
bevestigen:
UTOMATISCH
NONE
/
.
11