6 Inbedrijfstelling
6.6
LAN/WLAN configureren
De netwerkinstellingen moeten bekend zijn. Deze moeten worden overeengekomen met de technicus
gebouwautomatisering, de IT-specialist gebouw of de systeemintegrator.
De IP-adressen kunnen automatisch worden verkregen via een DHCP-server of handmatig worden
ingevoerd. Daarnaast kan een lokale NTP-server (Network Time Protocol) worden gedefinieerd, bijvoorbeeld
voor geïsoleerde BACnet-installaties. Dergelijke BACnet-installaties worden bijvoorbeeld gebruikt in LAN's
die uitsluitend worden gebruikt voor gebouwautomatisering.
WLAN-verbindingen kunnen alleen tot stand worden gebracht met netwerken van het beveiligingstype
"WPA2 Personal". Daarnaast moeten de naam van het WLAN-netwerk (SSID) en het wachtwoord bekend
zijn.
1
Geberit Connect systeem of Geberit Gateway onder [Mijn eindapparaten] selecteren.
2
[Centrale bediening] selecteren.
✓ De verbinding met de gateway wordt tot stand gebracht.
3
Geberit Gateway selecteren.
✓ De startpagina van de Geberit Gateway wordt weergegeven:
Gateway sanitaire ruimte 1e verdieping
Netwerkmanager
BACnet
Informatie
Serviceaanvraag
4
[Netwerk] openen.
5
Instellingen voor LAN of WLAN aanpassen.
Als de bekabelde netwerkverbinding niet nodig is, [IP-toewijzing] instellen op [Uit].
72
Netwerk
Instellingen
Handleidingen
6.6 LAN/WLAN configureren
27021606314557707 © 11-2023
972.115.00.0(01)