Montage
Draai met een kruiskopschroeven-
draaier de 4 schroeven los, die aan
de zijkanten van de ommanteling
van het apparaat zitten en haal ze er
uit.
Schuif de ommanteling naar boven.
Haal de ommanteling er af.
Buig de montagevoeten aan de rand
van de ommanteling naar elkaar.
De aanzuigtuit van de afzuiginstalla-
tie heeft als hij wordt aangeleverd
een doorsnede van 125 mm.
Voor een doorsnede van 150 mm
moet de voorste ring van de aanzuig-
tuit met een mes aan de afbreekkant
worden afgesneden.
8
Houd de afzuiginstallatie tegen de
buitenmuur aan en en schuif de aan-
sluitkabel door de telescopische
muurdoorvoering door de muur.
Schuif de flexibele luchtafvoerslang
door de telescopische muurdoorvoe-
ring en bevestig de slang met een
slangklem aan de aanzuigtuit van de
afzuiginstallatie.
Bevestig de afzuiginstallatie met 3
schroeven aan de buitenmuur.
Zet de ommanteling van het appa-
raat er weer op.
Schroef de ommanteling weer vast.
Pers de flexibele luchtafvoerslang
van de kant van de binnenmuur sa-
men en maak de ruimte tussen slang
en muurdoorvoering met siliconenkit
b
dicht.