400 V
eBUS
1
400 V-stroomnet (lo-
kaal)
Elektrische bedrading van twee collectoren
▶
Sluit de lucht/brijncollector(en) op telkens een driefasig
400V-draaistroomnet met een nulleider en een aardgelei-
der aan.
▶
Strip de voedingskabel ca. 80 mm. Verkort alle draden
behalve PE tot 60 mm. Verwijder de isolatie maximaal
8 mm. Als deze lengtes overschreden worden, bestaat er
kortsluitingsgevaar.
▶
Als het plaatselijke energiebedrijf voorschrijft dat de
warmtepomp via een blokkeersignaal aangestuurd moet
worden, sluit de lucht/brijncollector dan eveneens via de
stroommeter van de warmtepomp aan, om ervoor te
zorgen dat bij een blokkering door het energiebedrijf
beide producten gelijktijdig worden uitgeschakeld.
▶
Verbind de eBUS-aansluiting X3 met de eBUS-aanslui-
ting van de warmtepomp. Gebruik een aardleiding die
geschikt is voor aanleg in de grond met minstens 2 x
1,5 mm² doorsnede.
Voorwaarde: Installatie van twee lucht-brijncollectoren
▶
Plaats in de buurt van de warmtepomp een verdeeldoos
en verbind daar de eBUS-leidingen.
▶
Stel de eBUS- adresschakelaar van de eerste lucht-
brijncollector op 1 en de eBUS-adresschakelaar van de
tweede lucht-brijncollector op 2 in.
5.9.4
Contactverbreker van de lucht/brijncollector
De lucht/brijncollector is met een contactverbreker tegen
kortsluiting beveiligd. Als de contactverbreker geactiveerd
is, dan blijft de lucht/brijncollector uitgeschakeld tot de kort-
sluiting verholpen en de contactverbreker in de aansluitkast
handmatig gereset wordt.
Op het display van de warmtepomp wordt de foutmelding
F.708 resp. F.782 weergegeven.
0020217117_03 aroCOLLECT Installatie- en onderhoudshandleiding
2
1
400 V
2
2
eBUS-verdeler (lokaal)
5.9.5
Contactverbreker van de lucht/brijncollector
resetten
1.
Controleer de toevoerleiding naar de netaansluitings-
printplaat in de schakelkast van de lucht/brijncollector.
2.
Controleer de werking van de netaansluitingsprintplaat
2
van de lucht/brijncollector.
3.
Controleer de aansluitleidingen van de
lucht/brijncollector.
4.
Controleer de werking van de defroster.
5.
Verhelp de kortsluiting.
6.
Reset de contactverbreker in de schakelkast.
5.9.6
Zijkant van de mantel en het deksel monteren
4
1.
Zet de zijkanten van de mantel (1) en (4) telkens schuin
onderaan tegen het frame van het product (2) en laat
daarbij de nippels in de hiervoor bedoelde uitsparingen
vastklikken.
2.
Breng de zijkanten van de mantel in de correcte, verti-
cale positie.
3.
Schroef iedere zijkant van de mantel met twee schroe-
ven (3) op het frame vast.
Montage 5
1
2
3
1
19