Inhoudsopgave
Advertenties
4.2. Elektrische aansluiting
Kabeldoorsneden en beveiligingen
■
Elke ingreep moet worden uitgevoerd zonder
stroom door een gekwalificeerde en bevoegde
technicus.
Schakel de hoofdvoeding naar het schakelbord
uit. De ON/OFF-schakelaar onderbreekt alleen
het bedieningscircuit.
De elektrische aansluiting moet voldoen aan de geldende
installatienormen (NF C 15100). De hieronder gegeven
kabeldoorsneden zijn slechts indicatief. Zij moeten worden
gevalideerd door een gekwalificeerde technicus.
De toevoerleiding van de ketel moet bij de installatie worden
beveiligd door een overstroombeveiliging aan het begin van
het voedingscircuit van de ketel. De nominale waarde van
de overstroombeveiliging moet in overeenstemming zijn
met de stroombelastbaarheid van de gebruikte kabels en in
verhouding staan tot het vermogen van de ketel.
Evenzo moet het schakelvermogen van deze beveiligingen
toereikend zijn voor de veronderstelde kortsluitstroom op de
plaats waar de apparatuur is geïnstalleerd. Een berekenings
nota moet de keuze van de beveiligingsinrichting tegen
overstroom aan de oorsprong van het voedingscircuit en de
doorsnede van de geleiders valideren.
Bij de elektrische aansluiting moet een equipotentiaalverbinding
tot stand worden gebracht tussen de aardklem en de metalen
waterleidingen.
De elektrische ketel zal worden gevoed door een installatie
die is uitgerust met een differentieelinrichting en zal worden
aangesloten op een installatieaardeverbinding overeenkomstig
de norm NF C15100.
Opgelet
: de hieronder gespecificeerde doorsneden en over
stroombeveiligingen worden ter indicatie gegeven. Te vali
deren door een berekeningsnota naar gelang van de wijze
van installatie van de voedingskabel en de lengte daarvan.
INDICATIEVE DOORSNEDE VOOR KOPERKABELS
Ref.
Vermogen
Driefasig
400 V + N
GRE24T40063A
24 kW
35 A
GRE42T40063A
42 kW
61 A
▻
U moet de nodige stroom hebben op de algemene elektrici
teitsmeter.
Tijdens het transport kunnen de elektrische aansluitingen
per ongeluk losraken. Om het risico van oververhitting te
voorkomen, moet u controleren of de schroefverbindingen
goed vastzitten en of de Faston stekkers goed vastzitten.
Installatie
Elektrische aansluiting
Minimale
Stroom-
doorsnede
onder- breker
5x 10 mm²
40 A
5x 16 mm²
63 A
Stroomaansluiting
■
Elektrisch gevaar
Gevaar voor elektrische schokken, levensgevaar
▻
Sluit de ketel aan op de stroomvoorziening met de kabel de
kabel waarvan de doorsnede is bepaald.
▻
Steek de kabel door de wartel.
▻
Sluit de voedingskabel aan volgens de onderstaande instruc
ties.
Driefasige aansluiting
■
Controleer of de kabels goed vastzitten.
Er mogen geen koperen draden zicht
N
L1
L2
L3
baar zijn. Trek aan de kabels om te
controleren of ze goed vastzitten.
BELANGRIJK : alvorens de accessoires
aan te sluiten en de ketel in gebruik
te nemen, dient u de spanning op
N
L1
L2
L3
de aansluit klemmen van de ketel te
controleren door de aansluitleiding
vanaf het hoofdpaneel in te schakelen.
Een externe regeling aansluiten
■
– Regeling bij gebruik in noodbedrijf (ruimtethermostaat,
regeling, etc.)
– Niet verplicht
Alle werkzaamheden aan de ketel moeten door een
gekwali ficeerde technicus worden uitgevoerd terwijl
de stroom is uitgeschakeld. De aan/uitschakelaar van
de ketel schakelt alleen het regelcircuit uit.
▻
Verwijder de gele shunt die aanwezig is op klemmen 1 en 2
van de platendrogermodule (3 mm platte schroevendraaier).
Als er geen buitenvoeler is, is het gebruik
van een kamerthermostaat verplicht.
Plaats de thermostaat op de muur tussen
1 2
1,5 en 1,7 m hoog. Plaats het niet achter
een deur. Vermijd directe straling met
1 2
warmtebronnen (haard, zon) en tocht
(raam, deur).
▻
Sluit het potentiaalvrije droge contact van de regelaar of
thermostaat aan op klemmen 1 en 2.
7
Advertenties
Inhoudsopgave
