Ruimtestation
Montageplaats
a – bij gebruik zonder ruimtevoeler
Voorzover de interne ruimtevoeler niet
geactiveerd hoeft te worden kan het
apparaat op elke willekeurige plaats
binnen gemonteerd worden.
b – bij gebruik met ruimtevoeler
Bij geactiveerde ruimtevoeler moet het
apparaat op een hoogte van ca. 1,20–
1,50 m op een neutrale, d.w.z. voor
alle ruimtes representatieve meet-
plaats aangebracht worden. Het is
praktisch om hiervoor een tussenmuur
van de koelste dagverblijfruimte te
kiezen.
Om
luchtcirculatie aan het ruimtestation te
kunnen
garanderen
hangend aan de muur gemonteerd
worden.
Het
apparaat
mag
worden:
– op plaatsen met rechtstreeks invallend
zonlicht (rekening houden met de
zonnestand in de winter).
– in de buurt van apparaten die externe
warmte opwekken, zoals televisie-
toestellen, koelkasten, wandlampen,
radiators enz.
– aan muren waarachter verwarmings-
resp. warmwaterbuizen of verwarmde
schoorstenen lopen.
een
toereikende
moet
dit
vrij
niet
gemonteerd
– aan ongeïsoleerde buitenmuren.
– in hoeken of nissen, rekken of achter
gordijnen (onvoldoende luchtcircula-
tie).
– in
de
buurt
onverwarmde ruimtes (invloed van
externe koude).
– op
niet
contactdozen (invloed van externe
koude door schoorsteeneffect in de
installatiebuizen).
– in ruimtes waar de radiators geregeld
worden
met
(wederzijdse beïnvloeding).
Montage
Na het losmaken van het bovendeel door
op de vergrendeling te drukken kan de
montageplaat eraf genomen en op de
plaats van montage met de meegeleverde
schroeven en pluggen bevestigd worden.
De databusleiding moet hierbij door de
onderste opening geleid worden.
Aanbevolen aansluitkabel:
J-Y(ST)Y 1 x 2 x 0.6mm
Max. kabellengte: 100 m.
Aanwijzing:
Bij nieuwe installaties wordt voor een
verantwoorde
inbouwlasdoos,
overige elektrische installatie, aanbevolen.
F
vergrendeling
9
van
deuren
afgedichte
ingelaten
thermostaatkleppen
2
kabelinvoer
een
gescheiden
van
naar
aparte
de