OSSP Gebruikershandleiding
ONDERHOUD
OPMERKING: Items in ( ) kunnen worden teruggevonden in de Onderdelenillustratie en Lijst met onderdelen op pagina's
11-22.
PERIODIEK ONDERHOUD
Periodiek onderhoud dient in de volgende termijnen te worden uitgevoerd:
Onderhoudshandeling
Inspecteer op losse, versleten of beschadigde onderdelen
Controleer motorolie
Inspecteer de riemen
Motor (zie motorhandleiding)
Vet de kogellagers in
Inspecteer de luchtfilter van de motor en maak deze schoon
Oliepeil aanpassingskoppeling
SLIJTAGE AAN SNIJMESSEN
1. Wacht tot de motor is afgekoeld en ontkoppel de bougie.
2. Sluit de brandstofklep op de motor (indien beschikbaar).
3. Doe de machine op de onderste hendels leunen en zet vast.
4. Inspecteer de messen op slijtage en vervang onmiddellijk alle vervormde of gebarsten messen. Meet de totale diameter van het mes.
5. Indien de messen vervormd of bot zijn moeten zij vervangen worden. OPMERKING: Wij raden aan om alle messen tegelijkertijd te
vervangen.
VERVANGEN MOTORAANDRIJFRIEM
1. Wacht tot de motor is afgekoeld en ontkoppel de bougie.
2. Plaats de achterkant van de machine op blokken.
3. Verwijder de rechter achterband (item 11) en veer (item 155) die de behuizing aan het frame vastmaakt.
4. Verwijder de drie schroeven (item 114) die de riembeschermplaat (item 19) op zijn plaats houden.
5. Verwijder de vier schroeven (item 107) die de draagplaatassemblage (item 60) op zijn plaats houden.
6. Verwijder de riem (item 14) door de spanrol te draaien en de riem uit de groeve te laten "wandelen". Verwijder de
draagplaatassemblage en laat de riem achter op de transmissie.
7. Verwijder de slotbouten en moeren die de rechter lager op de blinde as vasthoudt. Verwijder de lager en de spanrol niet.
8. Verwijder de riembeschermplaat (item 58) door de drie schroeven te verwijderen (item 114).
9. "Wandel" de riem van het krukasspanwiel af en doe het over de blinde as naar het lagergat glijden. Op die manier kan de riem rondom
de draagplaat geschoven worden.
10. Vervang de riem door hem door het gat en rondom de katrol, waar de vorige riem zat, te voeden. Zorg ervoor dat het correct op de
blinde as geplaatst wordt en "wandel" hem op de krukaskatrol zodat deze in de vingers van de riem komt vast te zitten.
11. Herinstalleer de lager en maak de bevestigers goed vast.
12. Maak de draagplaataandrijving en -riem weer vast, en zorg ervoor dat de riem correct op de spanrol en de draagplaatassemblage zit.
13. Controleer de spanning op de riem wanneer het aandrijfhendel ingeschakeld is. Als er niet genoeg spanning op zit moet de veer (item
82), die de spanarm vastzet, vervangen worden.
14. Herinstalleer de beschermplaten, band, veer en bougie en ga de correcte werking van het toestel na.
Onderdeelnr. 351520
Ieder gebruik
(dagelijks)
9
Iedere 25 uur
Formuliernr. F020416C