7.7. Wi-Fi inschakelen
Met uw Wi-Fi beschikt u over een toegang tot het internet
over een afstand van enkele meters.
Tik in het hoofdscherm op de toets Menu.
Tik op Instellingen Wi-Fi.
Activeer het selectievakje Wi-Fi, om deze functie in te
schakelen.
Tik op Wi-Fi.
De namen van alle zichtbare WLAN-netwerken en hun
beveiligingsinstellingen (open of beveiligde) worden
nu weergegeven.
Tik op een netwerk waarmee u verbinding wilt maken.
Tik op Scannen aan om de lijst met zichtbare netwer-
ken in uw omgeving te
actualiseren.
OPNMERKING!
Als u probeert verbinding te maken met een
beveiligd netwerk, moet u het wachtwoord
voor toegang invoeren.
59 van 73