ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4
4.3 Elektrische aansluiting
De stroomvoorziening en de signaaluitgang worden aangesloten via schroefklemmen in de
behuizing. De display- en bedieningsmodule wordt aangesloten via contactpinnen op de
interface-adapter.
4.3.1 Aansluiting in de aansluitruimte
Figuur 4-7: Aansluitruimte van bovenaf
Procedure
• Schroef het behuizingdeksel los.
• Verwijder de display- en bedieningsmodule, indien aanwezig, door deze naar links te draaien.
• Maak de verbindingsmoer of de kabelwartel los.
• Voor de voorbereiding van de verbindingskabel zie
• Duw de kabel door de kabelwartel de aansluitruimte in.
• Steek de draaduiteinden in de open klemverbinding, overeenkomstig het aansluitschema.
Flexibele aders met adereindhulzen, alsook vaste aders kunnen direct in de klemopeningen
worden gestoken. Duw in het geval van flexibele aders de veerbelaste klem met een kleine
schroevendraaier omlaag om de klemopening te openen.
• Controleer of de draden goed vastzitten in de klemmen door er licht aan te trekken.
• Sluit de kabelafscherming aan op de interne aardingsklem, sluit de externe aardingsklem aan
op de potentiaalvereffening van de klant/de installatie.
• Draai de verbindingsmoer van de kabelwartel vast. De afdichtring moet de kabel helemaal
omsluiten.
• Schroef het behuizingdeksel er weer op.
38
Voorbereiding van kabel
www.krohne.com
OPTIBAR PC 5060 C
op blz. 34.
01/2018 - 4006646301 - MA OPTIBAR PC 5060 C R02 nl