INSTALLATIE
VOORDAT U AANSLUIT
Zorg voor afstand tussen de oven en andere warmtebronnen. Voor een goede
ventilatie moet er minstens 30 cm ruimte boven de oven blijven.
De magnetron mag niet in een kast worden geplaatst. Deze oven mag niet
worden geplaatst of gebruikt op een werkoppervlak dat lager is dan 850 mm
boven de vloer.
Controleer of de spanning op het typeplaatje overeenkomt met de spanning bij u thuis.
De inlaatbeschermingsplaten van de magnetron die zich op de zijkant van de ovenruimte bevinden mogen niet
verwijderd worden. Deze zorgen er immers voor dat er geen vet en voedseldeeltjes in de invoerkanalen van de
magnetron terecht komen.
Plaats de oven op een stabiel, vlak oppervlak dat sterk genoeg is voor de oven en het kookgerei dat u erin plaatst.
Behandel de oven voorzichtig.
Zorg ervoor dat de lucht onder, boven en rondom de oven vrij kan stromen.
Controleer of het toestel niet beschadigd is. Controleer of de ovendeur goed sluit en of de interne deurvergrendeling
niet beschadigd is. Haal de oven leeg en reinig de binnenkant met een zachte, vochtige doek.
Gebruik het apparaat niet als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als het apparaat niet goed werkt of als het
beschadigd of gevallen is. Dompel het netsnoer of de stekker niet onder in water. Houd het snoer uit de buurt van
warme oppervlakken. Hierdoor kunnen elektrische schokken, brand of andere ongevallen worden veroorzaakt.
Gebruik geen verlengkabel:
Als de voedingskabel te kort is, moet u een erkende elektricien of onderhoudstechnicus vragen een stopcontact
te installeren bij het toestel.
WAARSCHUWING: Onjuist gebruik van de aardingsstekker kan leiden tot het risico op een elektrische schok.
Raadpleeg een erkende elektricien of onderhoudstechnicus als u de aardingsinstructies niet helemaal begrijpt of
als u twijfelt of de magnetron goed is geaard.
NA HET AANSLUITEN
De oven kan alleen worden gebruikt als de ovendeur stevig is gesloten.
Plaats de oven niet vlak bij een televisie, radio of antenne; u kunt last krijgen van storing.
De aarding van dit toestel is verplicht. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor letsels aan personen of
dieren of schade aan objecten, voortvloeiend uit het niet naleven van deze vereiste.
De fabrikanten zijn niet aansprakelijk voor problemen, veroorzaakt door het niet naleven van deze instructies door
de gebruiker.
3
NL