VERANDER NAAM:
JENNIFER
4. de cursor wordt op de eerste letter geplaatst.
Wijzig de naam met het alfanumerieke toetsenbord door
de cursoren met de toetsen
CANC om een teken te wissen;
VERANDER NAAM:
NOEMI
f druk op de OK-toets om de wijziging van de naam te
bevestigen;
f druk op ESC om deze functie af te sluiten.
»
de Simplebuscode van de gebruiker in kwestie wordt
weergegeven. Druk op CANC om de code te wijzigen
en voer het nieuwe nummer met het alfanumerieke
toetsenbord in:
VERANDER
CODE SB 001
f druk op OK om de wijziging van de code te bevestigen;
f druk op ESC om deze functie af te sluiten.
»
de aangepaste Simplebuscode van de gebruiker in
kwestie wordt weergegeven, indien aanwezig. Druk
op CANC om de code te wijzigen en voer het nieuwe
nummer met het alfanumerieke toetsenbord in:
WIJZIG AANGEP.
CODE 000001
f druk op OK om de wijziging van de aangepaste code te
bevestigen;
OPSLAAN IN
GEHEUGEN...
f druk op ESC om de functie af te sluiten.
U12 De deuropener gebruiken
f Het elektrische slot van het entreepaneel kan worden
bediend met de toets
hoort u bevestigingstonen.
U13 Dag/nacht-modus
De portierscentrale kan op twee manieren werken:
•
DAG-modus
•
NACHT-modus
In de DAG-modus worden alle oproepen afkomstig van het
entreepaneel door de centrale ontvangen, die ze eventueel
naar de binnentoestellen kan doorverbinden.
In de NACHT-modus vangt de centrale de oproepen vanaf
het entreepaneel alleen op als ze aan de centrale gericht zijn
(code 240). De oproepen die aan de binnentoestellen gericht
zijn worden op het display weergegeven, maar worden niet
door de centrale opgevangen.
De werkwijze kan op 2 verschillende manieren worden
geactiveerd:
•
handmatig met de toets DAG/NACHT
f Met de toets
wordt de werkwijze meteen
gewijzigd.
»
Op het display wordt de operationele modus
weergegeven:
, te verplaatsen en druk op
; tijdens de bediening ervan
.
•
DAG met het symbool: (_ _)
•
NACHT wordt aangegeven met de melding NACHT.
LET OP! De NACHT-modus is alleen beschikbaar
als er een hoofdentreepaneel is.
•
automatisch (programmering door de installateur, zie
- Dag/nacht
automatisch").
De melding AUTO verschijnt alleen tijdens de werking
in de DAG-modus. Tijdens de werking in de automatische
modus kan de omzetting DAG/NACHT handmatig
plaatsvinden (
); in dat geval wordt de automatische
modus uitgeschakeld en wordt weer ingeschakeld bij de
volgende omzetting op een geprogrammeerd tijdstip.
U14 De "volgstandfunctie" (Follow me) inschakelen
(beschikbaar vanaf RI.006)
Met deze functie kunnen de oproepen die voor de
centrale bestemd zijn naar lokale telefoontoestellen of
telefoontoestellen op afstand worden doorgeschakeld.
f Houd de toets DAG/NACHT
om deze functie te activeren. Op het display verschijnt:
VOLGSTAND
ACTIEF
f Om de functie uit te schakelen herhaalt u deze handeling
totdat het beginscherm op het display verschijnt:
A
(_ _) 14:40
D
WED 12/03/10
»
Bij een oproep belt de centrale hoe dan ook, en zolang
het toestel op afstand het gesprek niet aanneemt kan
vanuit de centrale worden geantwoord waardoor de
"volgstandfunctie" wordt geannuleerd.
LET OP! Voor het gebruik van deze functie moet de
centrale art. 2906 met interface art. 2912 aanwezig zijn.
Wend u tot uw installateur.
Deze functie kan alleen worden geactiveerd op de centrale die
ingesteld is als secundaire centrale (zie
(Simplebus Top-modus) (beschikbaar vanaf
U15 Alarmsignalering (beschikbaar vanaf RI.006)
De centrale kan alarmsignaleringen afkomstig van
binnentoestellen in elke bedrijfstoestand ontvangen (oproep
of gesprek).
Wanneer de centrale een alarm ontvangt:
»
wordt een geluidssignaal afgegeven. Het geluidssignaal
kan worden uitgeschakeld door op een willekeurige toets
van de centrale te drukken.
»
op het display wordt de alarmsignalering weergegeven
van de eerste gebruiker die het alarm heeft verzonden:
ALARM
(04)
GEBRUIKER
002
»
de signalering verdwijnt wanneer het binnentoestel de
oproep van de centrale beantwoordt (druk op de toets
om de oproep uit te voeren), of wanneer de telefonist hem
verwijdert met de toets CANC.
Bij meerdere alarmen tegelijkertijd wordt een wachtrij van
alarmen aangemaakt volgens dezelfde werkwijze als in de
paragraaf
"U6 Een binnentoestel in de wachtrij bellen"
is beschreven en op het display wordt alleen het aantal
geregistreerde alarmen weergegeven (max. 10).
"I3
minstens 3 sec. ingedrukt
"C8.3 - Type centrale
RI.006)").
11