REMKO Serie RVS
Aansluiting van de
mediumleidingen
De lokale aansluiting van de
■
leidingen vindt plaats aan de
voorzijde van het apparaat
(bedieningszijde).
Voor servicedoeleinden moeten
■
de aansluitingen worden voorzien
van afsluiters en de volumestroom
moet worden ingesteld met
strangregelkleppen.
In de voorloop en retour moeten
■
op het hoogste punt van de
installatie extra automatische
ontluchtingsventielen worden
voorzien.
De mediumleidingen mogen
■
geen statische belastingen
uitoefenen op het apparaat.
De aansluiting van de leidingen
■
mag geen thermische of
mechanische belasting op het
apparaat veroorzaken, evt.
leiding koelen resp. met tweede
gereedschap tegenhouden.
Als het apparaat aanvankelijk
■
eerst met een deel van
de complete installatie
wordt gebruikt, moet de
mediumvolumestroom van het
ontbrekende installatieonderdeel
door strengregelventielen
worden gesimuleerd.
De leidingafmeting moet zo
■
worden geselecteerd, dat de
voorgeschreven minimale
volumestroom niet wordt
onderschreden.
Mediumleidingen
De mediumleidingen kunnen als
koper-, staal- of kunststofbuizen
zijn uitgevoerd. Om drukverlies
te minimaliseren moeten alleen
stromingsgunstige fittingen
worden gebruikt.
Bij het plaatsen moeten de
bij koudwatersystemen grote
volumestromen, hogere
drukverliezen als gevolg van een
water-glycolmengsel en de
22
Minimale volumestroom van de
koudwater-generator in acht nemen.
De leiding moet dampdiffusiedicht
worden geïsoleerd, evt. moet de
actuele EnEV in acht worden genomen.
In het buitenbereik moet een UV-
bestendigheid worden gerealiseerd.
Minimale/maximale volumestroom
De circulatiepomp van de
koudwater-generator genereert een
constante mediumvolumestroom;
het gevolg is een drukverlies in
de installatie en in de koudwater-
generator. De drukverschil-
resp. stromingssensor in de
koudwaterbereider meet het
drukverlies via de verdamper resp. de
stroom van het medium en schakelt
bij onderschrijding van de minimale
volumestroom van het apparaat uit.
Een te grote volumestroom
van het medium mag ook niet
worden overschreden (maximum
volumestroom). Om een constante
volumestroom te waarborgen
zijn 3-wegkleppen met bypass,
een hydraulische wissel voor
het opbouwen van een primair
en secundair circuit of een
volumestroomafhankelijke bypass
vereist.
Druk- en temperatuurweergaven
De ter plaatse te installeren druk-
en temperatuurweergaven in de in-
en uitlaat worden gebruikt voor de
instelling van het mediumvolume
Garantie van de minimale volumestroom
Onjuiste
installatie
installatie
2-wegklep
3-wegklep
Stroom. De weergaven moeten
afsluitbaar zijn.
In de koudwaterbereider bevinden
zich temperatuursensoren in de
mediuminlaat en mediumuitlaat. Via
de regelaar kunnen de waarden van
de sensoren worden opgevraagd.
Bundelregelkleppen
Met door de klant te leveren
strangregelventielen worden
de binnen het leidingontwerp
berekende individuele drukverliezen
voor elk individueel apparaat
aangepast aan de totale installatie.
Door het drukverlies worden
de nominale volumestromen
van het medium aangepast aan
de noodzakelijke waarden.
AANWIJZING
Voor het inregelen van de
circulatiepomp adviseren wij om een
hoofd-strangregelventiel in de buurt
van het apparaat aan te brengen.
Vul- en aftapaansluiting
In het vorstbestendige bereik
moet een aansluiting worden
aangebracht om de buizen te
ledigen (met name bij het gebruik
van het medium water). Bij het
gebruik van glycol moeten de
lokale milieuvoorschriften worden
opgevolgd.
Juiste