Dagelijks onderhoud van het pistool
De nozzle en luchtkap reinigen
1. Verwijder de luchtkap (13), trek aan de
trekker van het pistool, verwijder de nozzle
(11) en drenk beide in een compatibele
oplossing van het schoonmaakproduct.
VOORZICHTIG
Haal de trekker over telkens als u de spuittip
aandraait of verwijdert. Dit houdt de
naaldzitting weg van het tuitoppervlak en
voorkomt zo beschadiging van de zitting.
2. Reinig de luchtkap en de voorkant van het
pistool met een zachte borstel die in een
geschikt oplosmiddel is gedoopt. Gebruik
geen draadborstel of metalen gereedschap.
3. Gebruik een zacht middel, zoals een
tandenstoker, om de gaten van de luchtkap
proper te maken.
4. Trek de trekker aan bij het aanbrengen van
de tuit met behulp van pistoolgereedschap.
Draai de nozzle goed vast tot 155-165 in-lb
(17,5-18,6 N•m) om een goede afdichting
te krijgen.
10
5. Breng de luchtkapborgring (14) en de
luchtkap (15) aan.
Zorg er bij de montage voor dat de
luchtkap overeenkomt met de kleur aan
de zijkant van de nozzle (goud, bruin,
grijs, blauw, enz.).
6. Na het reinigen moeten de volgende delen
dagelijks gesmeerd worden met
smeermiddel 111265:
•
Schroefdraad van de regelklep voor de
materiaaltoevoer
•
De scharnierpen van de trekker
•
De schacht van de vloeistofnaald
Reinigingsmethoden om hieraan
te voldoen
1. Plaats het spuitpistool in een wasapparaat
dat het pistool en alle componenten geheel
omsluit, tijdens het reinigen, spoelen en
aftappen.
2. Spuit het oplosmiddel door het spuitpistool
in een gesloten pistoolreinigingsstation.
313091F