Beschermrooster aan-
brengen
Kleminrichting KV31 • Voor leidingen met ø 50 ... 220 mm
7
6
3
Fig. 5: Kleminrichting met horizontaal gemonteerde sensor (met VEGASOUR-
CE 31, 35)
1
Draadstang M10 x 360 mm (4 stuks)
2
Zeskantmoer M16 (4 stuks)
3
Zeskantmoer M10 (16 stuks)
4
Vulring voor M16 (4 stuks)
5
Klem, zijde stralingsbronhouder (1 stuks)
6
Vulring voor M10 (8 stuks)
7
Zeskantbout M8 (2 stuks)
8
Klem, sensorzijde (MINITRAC), (1 stuks)
A Pijluitsparing van de klem en de ringbout wijzen in dezelfde richting
1. Let erop, dat de beide klemmen van de kleminrichting parallel tot
elkaar staan. Meet daarvoor de afstanden aan de zijkant van de
klemmen tot elkaar.
2. Trek de moeren van de draadstangen gelijkmatig vast. Houd
daarbij rekening met de leidingdiameter en de sterkte van het
leidingmateriaal. Voorkom vervorming van de leiding door te vast
aandraaien van de kleminrichting.
Wanneer u de indruk heeft, dat de leiding het gewicht van de
kleminrichting, sensor en bronhouder op de langere duur niet
kan dragen, dan moet u een geschikte ondersteuning onder de
kleminrichting aanbrengen.
3. Kort de draadstangen na de montage af, om lichamelijk letsel te
voorkomen.
Indien gaten of tussenruimten overblijven, moet met afzettingen en
beschermroosters ingrijpen in de gevaarlijke zone worden verhinderd.
Dergelijke zones moeten overeenkomstig worden gemarkeerd.
2 Montage met bronhouder VEGASOURCE 31, 35
8
1
5
A
4
2
7